Zeldzame openhartigheid te midden van onwaarheid, mooipraat en juichtaal

truth-257162_640

Op de website van de Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie(VZVZ) is sinds 14 september 2015 een nieuwe webpagina actief met als kop: ”10 feiten over het LSP” . Daarin worden een aantal oude koeien uit de sloot gehaald, worden wat open deuren ingetrapt en wordt weer met getallen gegoocheld. Toch blijkt VZVZ opeens zeer openhartig op één punt. Dat is het aantal opt-in-toestemmingen van patiënten bij huisartsen. Wat tegenstanders van het Landelijk SchakelPunt(LSP) in het verleden altijd op basis van eigen rekenwerk beweerden blijkt waar te zijn. Het aantal opt-in-toestemmingen bij huisartsen is al lange tijd maar half zo hoog vergeleken bij de apotheken.

Zeldzaam

Om via het LSP gegevens te kunnen uitwisselen moet een patiënt bij elke brondossierhouder die gegevens over hem in een zorg-ICT systeem heeft staan toestemming voor inzage geven. Zo geeft een patiënt bij de huisarts en de apotheek toestemming om zijn medicatiegegevens over en weer opvraagbaar te maken, twee maal dus. VZVZ gaf tot 14 september 2015 alleen het totaal aantal opt-in-toestemmingen(huisarts plus apotheek) op. Dat leek dan veel, maar als we over communicatie tussen huisartsen en apothekers praten, ging dat aantal niet om een deel van 1x 16,8 miljoen(aantal Nederlanders) maar van 2×16,8 miljoen. Berekeningen van tegenstanders van het LSP maakten al lange tijd duidelijk dat het aantal opt-in-toestemmingen bij huisartsen grofweg de helft moest zijn van het aantal opt-in-toestemmingen bij apothekers.

In de afbeelding bij punt 4 van de webpagina geeft VZVZ aan dat er 4,7 miljoen opt-in-toestemmingen bij huisartsen zijn en 8,5 miljoen bij apothekers. Dat is een keer zeldzaam openhartig. Inderdaad grofweg de helft van het aantal opt-in-toestemmingen bij apotheken, en van iets minder dan een derde van alle Nederlanders. Om daarna gelijk te roepen dat er DUS 13,2 miljoen dossiers zijn aangemeld. Dat is weer een nietszeggende, door PR ingegeven, manier van zich zelf zinloos op de borst slaan. Tel je die miljoenen namelijk bij elkaar op dan gaat het niet om 13,2 van 16,8 miljoen toestemmingen, maar om 13,2 van 2×16,8=33,6 miljoen. Weer maar net een derde. Door het sterk achterblijven van het aantal opt-ins bij huisartsen is het uitwisselen van medicatiegegevens met de apotheek uiteraard flink beperkt.

Nietszeggende grafiek

Onder punt 5 wordt een grafiek getoond waarin te zien is hoe vanaf week 45 van 2014 het aantal uitgewisselde medicatiegegevens opeens gaat stijgen. Vanaf die periode werd op grote schaal een begin gemaakt met de uitwisseling. Dat gaat in eerste instantie gepaard met het uitwisselen van testberichten om te zien of alles werkt. Dat vertekent in grote mate het beeld dat de grafiek toont. In het verleden wilde VZVZ ook niet kenbaar maken hoeveel testberichten zaten bij het aantal uitgewisselde patiëntdossiers(Professionele Samenvatting). Dat vertekende destijds ook het beeld van het aantal uitgewisselde dossiers. Bovendien laat de grafiek geen absolute getallen van uitwisselingen zien, maar de zogenaamde “hitratio”. Dat is een bedenksel van VZVZ en geeft volgens hen het percentage aanbod van informatie ten opzichte van de vraag aan. Het is een beetje cryptische omschrijving. De ratio geeft het aantal geslaagde uitwisselingen, soms meerdere van één patiënt, weer zonder dat het iets zegt over aantal individuele patiënten waarbij die uitwisseling lukte.

Elke keer dat die patiënt bij de apotheek of huisartsenpost komt en er een medicatieoverzicht wordt opgevraagd, wordt dit meegeteld in de hitratio. Een nietszeggend getal is het dus. Het is voor VZVZ een manier om te laten zien dat het allemaal goed loopt. Echter , omdat iets meer van een derde van de Nederlanders slechts de opt-in-toestemming gaf zal alleen van dat deel een medicatieoverzicht uitgewisseld kunnen worden met de apotheek vermits men daar ook de toestemming gaf.

Creatief boekhouden

In feit 3 van het rijtje van 10 zegt VZVZ dat er nu elke zeven seconden een opt-in-toestemming binnenkomt in de laatste vier weken. Er staat alleen niet bij of die zeven opt-ins per seconde per werkdag(8-17u) gesommeerd zijn of per hele werkdag of per hele weekdag . Omgerekend komt elke zeven seconden één opt-in per hele weekdag neer op 514 per uur, 86399 per week, 345.599 per vier weken en 4,5 miljoen per jaar. Gezien de trage toeneming de laatste jaren lijkt de opgave van VZVZ nogal vreemd. Ook dient men te bedenken waarom VZVZ spreekt van de laatste vier weken. In eind augustus / begin september worden gewoonlijk bij huisartsen de uitnodigingen voor de griepvaccinaties de deur uit gedaan. Daar stoppen een aantal huisartsen tegenwoordig ook de uitnodiging voor het tekenen van de opt-in-toestemming bij. Dat vertekent dus het aantal ten opzichte van de opt-ins die in andere weken gemeten worden.

Feiten?

In andere “feiten” wordt gesteld dat het LSP echt iets anders is dan het voormalige Landelijk Elektronische PatiëntDossier(L-EPD). De bezwaren tegen het L-EPD zouden in de voortzetting van het LSP-gebruik in private handen weggenomen zijn. Er was een opt-in in plaats van een opt-out gekomen en de softwarematige regio-indeling zou het kleinschalige karakter weergeven. Niet vergeten moet worden dat het College Bescherming Persoonsgegevens(CBP) op 19 december 2012 VZVZ gedwongen heeft de database te wissen wat betreft de opt-out-toestemmingen. Onder dwang van het CBP is de opt-in-toestemming toen ingevoerd. De regio-indeling stelt niet veel voor omdat er binnen een regio veel ziekenhuizen en apotheken al supra-regionaal actief zijn. Als feit wordt ook gepresenteerd dat het LSP geen centrale database van patiëntgegevens is. Dat was het L-EPD al niet, dus het LSP ook niet. VZVZ probeert telkenmale te doen geloven dat de tegenstanders van het LSP denken dat de data in een centrale computer staan.

Wat VZVZ alleen nooit hardop zegt, is dat de data die de LSP-computer passeren gedurende korte tijd onversleuteld op hun computer staan. Er is namelijk geen end-to-end versleuteling van informatie die de LSP-computer passeert.

VZVZ laat ook weer grafieken zien over de aantallen op het LSP-aangesloten zorgaanbieders. Een zeer bekend gegeven is dat het aangesloten zijn niet betekent dat er met die aansluiting gewerkt wordt.

Mooipraat / juichtaal

Met het bovenstaande heb ik duidelijk willen maken hoe VZVZ omgaat met getallen en “feiten”. Het is vaak een uiting van een creatief PR-beleid dat het niet zo nauw neemt met de werkelijkheid. Dat daar tussen opeens een zeer openhartig cijfer staat over de aantallen opt-ins- bij huisartsen is in dat kader ronduit verbazingwekkend.

W.J. Jongejan

Voor reacties: zie sidebar op de volgende pagina