10 maart 2017 Utrecht: twee rechtszaken over beroepsgeheim en privacy

vrouwe justitia

Op 10 maart dienen voor de Rechtbank Midden Holland in Utrecht twee rechtszaken die aangespannen zijn door de burgerrechtenvereniging Vrijbit. Die stelt zich tot doel  zich grensoverschrijdend in te zetten voor het recht op privacy, vrije communicatie en toegang tot informatie. De twee zaken die aangespannen zijn tegen de Autoriteit Persoonsgegevens(AP) zouden al veel eerder dienen. Door een vertragingsactie van de AP(te late indiening van processtukken) werden de zittingen van september naar december 2016 opschoven. Door het verzoek tot verschoning door een rechter daags voor de eerder geplande zittingen op 2 december 2016 ontstond daarna  nogmaals onnodig tijdsverlies. De rechter kwam toen wel heel erg laat met dat verzoek omdat haar echtgenoot zich bezighield met de verwerking van medische persoonsgegevens. De zaak met zaaknummer UTR 16/3326 WBP V97 dient om 13.30u, waarna om 15:00 uur zaaknummer UTR 16/4199 WBP V93 volgt voor de meervoudige kamer.

Zaak UTR 16/3326 WBP V97

Deze zaak gaat om het afgewezen verzoek van Vrijbit op 3 mei 2015 aan AP (toen nog CBP) om een eind te maken aan de onrechtmatige verzameling en verwerking van medische gegevens door de zorgverzekeraars. Zorgverzekeringsmaatschappijen die tot op de dag van vandaag met medische gegevens omgaan volgens een gedragscode die jaren terug al door de rechtbank Amsterdam werden veroordeeld als zijnde strijdig met de fundamentele rechten op bescherming van het privéleven van patiënten en het medisch beroepsgeheim. Inzet van het geding is de nalatigheid van de toezichthouder AP om op te treden tegen de wijze waarop de zorgverzekeraars in Nederland, volgens een gedragscode die in strijd is met zowel de Wet Bescherming persoonsgegevens(Wbp) als het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) verwerkingsprocedures hanteren aangaande de medische gegevens die zij verzamelen en verwerken.

Zaaknummer UTR 16/4199 WBP V93

Inzet van dit geding is het plichtsverzuim van de toezichthouder(AP) om op te treden tegen de wijze waarop de Nederlandse Zorgautoriteit ( NZa) medische diagnose- en behandelgegevens (DBC) van de gehele Nederlandse bevolking verzamelt, gebruikt en verstrekt aan derden. Het verzamelen van de diagnosegegevens doet de NZa in het DBC Informatie Systeem(DIS), waarvan het CBP elf jaar geleden al aangaf dat het  geen tot een persoon herleidbare persoonsgegevens zou mogen bevatten. Maar al jaren staat onomstotelijk vast dat dit wel degelijk het geval is. Het DIS, dat één  van de manieren is waarmee de minister en de NZa hoe dan ook de hand op ieders medische dossier wil kunnen leggen, ook al gaat dit om vertrouwelijke gegevens. Het zijn  intieme gegevens, die uitsluitend toegankelijk behoren te zijn voor patiënten en zorgverleners die direct bij een bepaalde medische behandeling van hen zijn betrokken. Inmiddels heeft de NZa zich als belanghebbende partij in de zaak gevoegd en werkt nu samen als verweerder met de toezichthouder die gevraagd is tegen hen op te treden. Door deze invoeging heeft deze rechtszaak nog meer gewicht gekregen.

Beroepsgeheim en privacy

De beide zaken gaan zoals uit het bovenstaande blijkt over schendingen van het medisch beroepsgeheim van de arts en de privacy van de patiënt. Het zijn onderwerpen die ook een grote rol spelen in de rechtsgang van de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen versus de Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie(VZVZ) die het Landelijk SchakelPunt beheert. Op dit moment ligt die zaak bij de Hoge Raad der Nederlanden, ons hoogste rechtscollege.

Publiek

De rechtszaken van de burgerrechtenvereniging Vrijbit verdienen de aandacht van een ieder die zich zorgen maakt over de continue reeks van aantastingen en pogingen daartoe op het medisch beroepsgeheim en de privacy van de burger. Indien u in de gelegenheid kan ik een ieder aanbevelen als publiek aanwezig te zijn bij de zittingen op vrijdag 10 maart in de Rechtbank Midden Nederland, locatie Utrecht, Vrouwe Justitiaplein 1, 3511 EX Utrecht.

Hoort zegt het voort.

W.J. Jongejan