Deceptie Deltaplan Dementie was bij aanvang voorspelbaar

OosterscheldekeringIn 2013 ging het nogal ambitieuze Deltaplan Dementie van start met de bedoeling de strijd aan te gaan met dementie. Het plan is bedacht door neuroloog Philip Schelten van het Alzheimercentrum VUmc en mede uitgewerkt door gezondheidsfonds Alzheimer Nederland en ZonMw. De laatste organisatie stelt onderzoeksprogramma’s op in het zorggebied. Na enkele jaren concludeert in een tussentijdse analyse onderzoeksjournalist Stella Braam in een artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde(NTvG), dat twee de van de drie doelen van het plan niet gehaald zijn en dat het de vraag is of het wetenschappelijke deel op gaat leveren wat beoogd was. De Volkskrant , Nu.nl en SKIPR besteedden er aandacht aan.  De twee niet gehaalde doelen zijn een groot zorgportaal voor patiënten, mantelzorgers en professionals en het opzetten van een uitgebreid Nationaal Register Dementie. Het zorgportaal zou samenwerking tussen de drie zojuist genoemde groepen faciliteren en een bron van informatie voor die groepen moeten zijn. Het bleek onhaalbaar in de geconcipieerde vorm, omdat bleek dat mensen bij de diagnose “dementie” toch nog steeds liever een gesprek van persoon tot persoon willen hebben en dat niet digitaal willen doen. Her Nationale Register Dementie, dat inzicht moest leveren in de aard, omvang en ontwikkeling van de dementie(zorg) sneefde door een veelheid van ambities.

Lees meer

Toename frequentie van eHealth-erediensten bij slechte groei belijdende gelovigen

kerk

Op 17 juni 2016 schreef ik op deze website een artikel over eHealth met de titel “De eHealth-hype: een religie”. Daarin beschreef ik hoe eHealth als een soort geloof gepropageerd en beleden wordt. De meest gebruikte definitie van eHealth is: “het gebruik van ICT om gezondheid en gezondheidszorg te ondersteunen of te verbeteren”. Met een soort verbetenheid wordt eHealth door het ministerie van VWS aangezwengeld. Vooral omdat het de belofte heeft de zorguitgaven te verminderen. Het probleem is echter dat de toepassing van eHealth in het zorgveld ver achter blijft bij alle verwachtingen. Herhaaldelijk constateert Nictiz dat in de eHealth-monitor die jaarlijks uitkomt. In 2017 heeft het ministerie van VWS, als een nieuw zetje extra financiële steun aangekondigd voor het propageren en ondersteunen van de ontwikkeling van eHealth. Opvallend is hoe in de komende vier maanden een hele serie nascholingen, workshops, congressen en symposia uitgestort worden over het zorgveld om eHealth aan te zwengelen.

Lees meer

Aandacht voor privacy en uitvoerbaarheid in nieuwe bekostigingsmodel GGZ onbegrijpelijk laat

privacy

In een op 30 augustus 2017 gedateerde en op 12 september aan de Tweede Kamer gestuurde brief van de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) laat deze organisatie weten dat het met de pilots van het nieuwe bekostigingsmodel voor de Geestelijke GezondheidsZorg(GGZ) helemaal niet goed gaat. Ik berichtte al eerder over de te lage deelname waardoor een verplichting voor zorgaanbieders om mee te werken door de NZa in het vooruitzicht werd gesteld. In de brief geeft de voorzitter van de Raad van Bestuur, mevr. dr. M.J. Kaljouw dat duidelijk weer, maar daarnaast vermeldt zij dat door hen die wel meedoen te weinig data worden aangeleverd. Te weinig zorgclusters krijgt de NZa in begin van de pilot binnen. Het toegezegde aantal zorgclusters is nadrukkelijk onvoldoende in vergelijking met het aantal dat de NZa op basis van de nu beschikbare informatie denkt nodig te hebben. De brief van de NZa laat trouwens ook zien dat men aardig in tijdnood aan het komen is om met het zorgcluster bekostigingsmodel GGZ in 2020 mee te gaan betalen. Men noemt het ook wel het Engelse model, dat overigens in Engeland helemaal niet functioneert. In het voortraject gaat men er van uit dat een aantal zaken voor die tijd geregeld zijn, maar dat is geenszins het geval. Op enkele van die zaken ga ik hieronder in. Triest is dat men bezig is dit model te ontwikkelen, maar dat pas in de loop van het concreet maken van het model onderwerpen als privacy-bestendigheid en uitvoerbaarheid aan de orde komen. Dat zijn nu juist de zaken waarmee men dient te beginnen.

Lees meer

Taylorisme en New Public Management als destructieve, (de)fragmenterende en deprofessionaliserende krachten in de GGZ

organogram

De afgelopen week viel mijn oog op een kort bericht op LinkedIn van de psychiater Cobie Groenendijk. Zij vertrok per 1 september 2017 bij de grote Geestelijke GezondheidsZorg(GGZ)-instelling Arkin. Het bericht dat ze schreef was nog geen kwart A-4 groot, maar trok tot op dit moment ruim 70.000 (ja zeker: zeventigduizend) lezers. (De schermafdruk was gemaakt bij 38037 lezers.) Met zoveel lezers is dat meer dan individueel signaal. Zij beschrijft haar overstap van een grootschalige GGZ-instelling, die sterk beïnvloed wordt door zorgverzekeraars, naar een kleinschalige, contractvrije. Om zich te kunnen blijven concentreren op patiënten en daar met hoofd en hart voor beschikbaar te zijn trekt ze zich terug uit de marktcultuur waar de grote GGZ-instellingen door zorgverzekeraars toe gedwongen worden. Ze beschrijft een cultuur waarin over de patiënt gecommuniceerd wordt als product, over behandeling als tijd-schrijven en productie-scoren. Een systeem waarin behandelgegevens niet veilig meer zijn en deze onder dwang van zorgverzekeraars zonder toestemming moeten worden doorgegeven(ROM-data). De cultuur van targets en productieklokken. Zij is niet de enige die de grootschalige GGZ vaarwel zegt. In het septembernummer van De Psychiater beschrijft hoofdredacteur en psychiater( bij GGz Centraal) Piet Verhagen de ware exodus van psychiaters en psychologen uit de GGZ. Eigenlijk allemaal om dezelfde reden. De dieper liggende oorzaak van de problematiek is het in de jaren negentig van de vorige eeuw door de toenmalige Haagse bestuurderen omarmen van de principes van het New Public Management(NPM) en daarmee het taylorisme.

Lees meer

Voorstel vastleggen niet-reanimeer-verklaring in LSP getuigt niet van realiteitszin

niet-reanimeren

Op de website van Medisch Contact stond op 13 september 2017 een opmerkelijke bijdrage over een voorstel van Frank Bosch, internist in het Rijnstate ziekenhuis. Hij deed die uitspraak op een symposium van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst(KNMG). Hij hield een pleidooi om het Landelijke SchakelPunt(LSP) de functie van de niet-reanimeer-penning over te laten nemen. Reanimatie is een levensreddende medische activiteit, die door een aantal mensen niet als gewenst wordt beschouwd. Dat kan zijn op basis van leeftijd, levensperspectief, onderliggend lijden etc. Het voorstel getuigt echter niet van veel kennis van de huidige en toekomstige mogelijkheden van het LSP en de situatie rond de toestemmingsverlening door burger om medische informatie te doen delen. Het voorstel is geen vooruitgang te noemen en zou een stap terug zijn ten aanzien van de huidige situatie waarin de burger een penning draagt waarop de niet-reanimatiewens staat. Uit angst dat die penning over het hoofd werd gezien liet een hoogbejaarde vrouw in 2014 overigens haar niet-reanimatiewens op haar borstkas tatoeëren! De tijd die nodig is om een niet-reanimatie-wens via het LSP op te zoeken is veel te lang. In een aantal gevallen zal het moment van reanimeren zich voordoen op een plaats waar geen computer-raadpleging mogelijk. De plaats waar de facto het reanimeren binnen een medische omgeving het meeste voorkomt, het ziekenhuis, heeft grote moeite met het implementeren van het LSP-gebruik. De functionaliteit is zo beperkt en zo traag dat het voorstel van Frank Bosch daar niet uitvoerbaar is.

Lees meer