Franstalige Belgische huisartsen weigeren ook gepseudonimiseerde patiëntgegevens aan te leveren

neenIn België heeft de organisatie van Franstalige huisartsen, het Collège de Médecine Générale (CMG), haar leden dringend aangeraden geen patiëntgegevens uit zorgtrajecten door te sturen naar het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid(WIV) / l’Institut scientifique de Santé publique (ISP). Het is hen duidelijk geworden dat de medische persoonsgegevens niet in geanonimiseerde vorm aangeleverd en verwerkt worden(zoals beloofd), maar in gepseudonimiseerde vorm. Het gaat in wezen om precies dezelfde discussie als die in Nederland gevoerd is en wordt over de verzameling van Diagnose BehandelCombinaties(DBC’s) in het DBC InformatieSysteem(DIS) en de Routine Outcome Monitoring(ROM)-data door de Stichting Benchmark GGZ(SBG). Ook in België wordt door de betreffende opvragende instantie gezegd dat de gegevens niet tot een individu te herleiden zijn, maar blijken de data niet geanonimiseerd verstuurd en verzameld te worden maar gepseudonimiseerd. Die dienen door de uitspraak van de artikel 29 werkgroep van Europese privacy-toezichthouders in april 2014 zeker vanaf dat moment toch als (bijzondere) persoonsgegevens beschouwd te worden. Door intelligente koppelingen tussen databestanden kunnen data toch naar een persoon herleid worden.

Lees meer

Aan structureel onrechtmatige aanmeldingen in LSP moet eind komen

speciaal aanbod

Onlangs kreeg ik zicht op hoe een apotheek op volkomen illegale wijze, volgens de marketingtruc ‘ja tenzij’ mensen aanmeldt alsof zij toestemming verleend zouden hebben om hun medische gegevens via het Landelijk Schakel Punt(LSP) te laten uitwisselen. De apotheek stopte dit voorjaar hiertoe een brief in de zakjes waarin afgehaalde medicijnen werden meegegeven. Daarin stond aangekondigd dat als men niet voor een bepaalde datum bezwaar aantekende, er na 14 juni 2017 voor hen het LSP zou worden aangezet onder vermelding dat zij door niet te reageren toestemming daarvoor zouden hebben gegeven. Daarnaast werden mensen ook nog eens op onrechtmatige wijze onder druk gezet dat toestemming geven in het belang van hun gezondheid is omdat er zonder aansluiting bij het LSP bijvoorbeeld in de avonduren via een dienstapotheek geen goede medicatie gegeven zou kunnen worden. Heel vilein suggereert het briefje bovendien dat men alleen maar geen toestemming bij de apotheek zou hebben staan, omdat men de klant al een poos niet aan de balie had gezien vanwege de bezorging van de medicijnen. De apotheek heeft met het sturen van deze brief en het aanmelden van mensen zich onmiskenbaar schuldig gemaakt aan het onder druk zetten van patiënten zodat zij niet in vrijheid zelf kunnen beslissen en aan het gebruik van een wettelijk verboden opt-out-constructie.

Lees meer

1 pand, 2 klinieken, 2 ZIS-sen en geen onderlinge elektronische communicatie

Ugeen datacommunicatie zult zeggen: “Hoe kan dat nou in een tijd waarin van alles elektronische aan elkaar gekoppeld wordt?”.  Ik kwam het afgelopen week tegen tijdens polikliniekbezoek in het plaatselijke ziekenhuis. Op polibezoek bij de orthopedische chirurg  van  de Sint Maartenskliniek Woerden bleek dat het onmogelijk was om laboratoriumgegevens in te zien die aangevraagd waren door de cardioloog in hetzelfde pand. Het probleem is dat de cardioloog behoort tot het St. Antoniusziekenhuis locatie Woerden dat een ander computersysteem gebruikt als de in hetzelfde pand gevestigde Sint Maartenskliniek. Het gevolg van het niet in kunnen zien van deze laboratoriumdata was dat opnieuw bloed afgenomen werd in het laboratorium om te zien of ontstekingsparameters verhoogd waren. Op mijn  opmerking op de polikliniek orthopedische chirurgie van de Sint Maartenskliniek tegen de arts, dat dit toch wel vreemd was, kreeg ik als antwoord dat het ook niet goed uit te leggen was aan patiënten. Hoe kan zoiets nu gebeuren?

Lees meer

Tucht- of civielrechtelijke zaken kunnen “veronderstelde toestemming” bij ROM-men onderuit halen

vrouwe justitia

Half oktober 2017 liet de brancheorganisatie van werkgevers in geestelijke gezondheidszorg, GGZ Nederland(GGZ NL) een advies uitgaan dat het verzamelen van Routine Outcome Monitoring(ROM)-data door de Stichting Benchmark GGZ(SBG) weer hervat zou kunnen worden. Dan zou dan volgens GGZ NL kunnen zonder expliciet toestemming aan de patiënt te vragen onder het mom van een “veronderstelde toestemming”. Toestemming is nodig omdat naar het oordeel van de Europese privacy-toezichthouders gaat om (bijzondere) persoonsgegevens, ook al worden de data gepseudonimiseerd. Het introduceren van het  de “veronderstelde toestemming” in dit kader is een nogal dubieuze zaak. Het besluit van GGZ NL is gebaseerd op een juridisch advies, dat echter niet openbaar gemaakt is en bij navraag ook niet ingezien kan en mag worden. Globaal is er enige kennis van de inhoud, omdat in het dagblad Trouw  verslaggeefster Rianne Oosterom een artikel er over schreef. Zij zegt  in het bezit van dit advies te zijn. Zij maakt in het artikel duidelijk dat het advies beslist niet eenduidig is en de schrijvers ervan op de gevaren van het handelen volgens dit advies wijzen. Het is op zijn zachts gezegd erg vreemd dat een advies, dat met een “truc” probeert de privacy van patiënten te schenden en het medisch beroepsgeheim poogt te doen omzeilen, niet in te zien is.

Lees meer

Roep om gezamenlijke dossiervoering van huisarts en specialist irreëel

schreeuw Munch

Op 3 november 2017 verscheen op het online magazine Zorgvisie een bijdrage van Guus Schrijvers, oud hoogleraar Public Health en gezondheidseconomie bij het UMC Utrecht, met als titel “Benut substitutiegelden voor gezamenlijke dossiervoering”  . Daarin houdt hij een pleidooi om geld dat bedoeld is voor substitutie van zorg van de tweede lijn naar de eerste lijn ingezet zou moeten worden voor het gezamenlijk voeren van een medisch dossier. Hij stelt dat als dat eenmaal gerealiseerd is verschuiving van werk van de specialist naar de huisarts gemakkelijk kan plaatsvinden. De onderliggende gedachte van hem is dat als de specialisten en de huisartsen beiden hetzelfde elektronisch systeem gebruiken voor de verslaglegging van hun werk dat deze systemen substitutie van zorg sterk faciliteren. Hij concludeert dat samenvoeging van dossiers voor beide beroepsgroepen technisch mogelijk moet zijn bij een elektronische dossiervoering door 96 procent van de huisartsen en 86 procent van de specialisten. Er zijn echter belangrijke kanttekeningen te maken bij wat Guus Schrijvers wenselijk acht en de wijze waarop hij denkt dat het éen en ander gerealiseerd zou moeten worden.

Lees meer