Lea, de zogenaamde BMW onder de rollators, verdient de titel robotrollator niet

BMW onder de rollatorsRollators zijn voor ouderen in veel gevallen een goed hulpmiddel om hun mobiliteit te bewaren. Een beetje zoeken op het internet laat zien dat ze nieuw vanaf 50 tot een paar 100 euro te koop zijn. Zelfs bij de Gamma zijn ze te koop. Heel apart is het om te zien dat “de robotrollator Lea” op de markt gebracht wordt voor een prijs van 9980 euro. In lease 237 euro per maand. De naam is trouwens een acronym voor Lean Empowering Assistent. De ontwerpster is Maja Rudinac van RobotCareSystems. Al in 2015 is er melding van het bestaan van dit apparaat als er een innovatieprijs mee gewonnen wordt. Daarna verschijnt elk jaar wel ergens een artikel erover, maar blijkt er pas in 2018 sprake van een marktlancering op een beurs. Ondanks alle stuwende  positieve berichten over het apparaat, dat soms de BMW- of Rolls Royce onder de rollators wordt genoemd, beklijft toch de gedachte dat het om iets gaat dat de naam robot niet verdient. Het is eigenlijk niets anders dan een rollator met allerlei tablet-achtige elektronica aan boord, die niets wezenlijks toevoegt aan bestaande kunst- en hulpmiddelen.

Lees meer

Een publiek project dat privaat werd en toch publiek gefinancierd bleef

privatweg

Als een publiek project uit de sfeer van overheidsbemoeienis gehaald en privaat voortgezet wordt, veranderen de geldstromen automatisch. Die dienen dan ook uit private bron te komen. Daarbij is het vaak niet mogelijk dezelfde mate van financiering te vinden. Hoe anders is het gelopen met de financiering van het Landelijk SchakelPunt(LSP) en alles wat er omheen speelt. Na unaniem afstemmen van het wetsontwerp 31466 in april 2011 hield de rechtstreekse financiering via het ministerie van VWS op. Het had toen al ruim 300 miljoen euro gestoken.(zie hoofdstuk 8.3 op blz 89 van dit document). Na de overgang van het LSP in private handen, waarbij de Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie(VZVZ) verantwoordelijk voor het LSP werd, vindt de financiering plaats door betalingen van de zorgverzekeraars, verzameld in Zorgverzekeraars Nederland(ZN). Weinigen realiseren zich dat daar heel aparte kanten aan zitten.

Lees meer

“I versus Finland”: interessante jurisprudentie bij onrechtmatige inzage medische dossiers

europese vlag met paragraaf

Recent schreef ik een tweetal artikelen over het grote aantal(85) onrechtmatige inzagen in het elektronische medische dossier van een in het Haga-Ziekenhuis te Den Haag opgenomen vrouw. Het ging om de “reality ster” die bekend staat onder de naam Barbie. Ik bepleitte al een notificatie plicht en beargumenteerde, dat tuchtrechtzaken tegen BIG-geregistreerde zorgaanbieders zeer kansrijk zijn. In de jurisprudentie over onterechte inzagen in elektronische medische dossiers bevindt zich een zeer interessante casus. Het gaat om de zaak “I versus Finland”, waarover het Europese Hof voor de Rechten van de Mens(EHRM) in 2008 een uitspraak deed. In de uitspraak stond voorop dat het Hof oordeelde dat de medische data van de betrokkenen onvoldoende beveiligd waren tegen ongeautoriseerde inzage. Het Hof oordeelde dat er sprake was van overtreding van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens(EVRM). Dat handelt over het recht op eerbiediging van  privé-, familie-  en gezinsleven. Hoewel de stand van zaken ten aanzien van de techniek sinds 2008 enorm veranderd is, staat deze uitspraak nog steeds als een huis.

Lees meer

Voortgaande depolitisering onttrekt LSP aan politieke invloed

Binnenhof buiten spel ?In toenemende mate is er sprake van besluitvorming, direct of indirect verband houdend met het Landelijk SchakelPunt, die zich onttrekt aan politieke besluitvorming. Hierbij doel ik specifiek op de gang van zaken rond het zogenaamde ”Informatieberaad”. Sinds de private doorstart van het LSP in januari 2012 is er sprake van het bewust depolitiseren van de besluitvorming rond dat onderwerp. Het Informatieberaad lijkt daarbij de status van een convenant over elektronische datacommunicatie in de zorg gekregen te hebben. In 2016 schreven twee sociologen van de Universiteit van Amsterdam al een artikel in het online-magazine Sociologie het artikel: ”Risico’s vermijden door depolitisering”. Dit artikel ging diepgaand in op de wijze waarop de introductie van de private vorm van het LSP plaats vond. Dat depolitiseringsproces is continu verder gegaan. Besluitvorming rond de elektronische gegevensuitwisseling in de zorg is daardoor steeds verder af komen te staan van parlementaire controle.

Lees meer

Laakbare traagheid handelsmerk Autoriteit Persoonsgegevens bij principiële kwesties

AP handelsmerk

Meerdere zeer principiële zaken, waarin van de Autoriteit Persoonsgegevens(AP) als toezichthouder een beslissend oordeel gevraagd wordt, slepen zich zeer lang voort. Daarbij lijkt het erop dat de AP alle, maar dan ook alle, mogelijkheden benut om geen oordeel te hoeven vellen over principiële zaken, dan wel probeert het oordeel over een bepaalde datum poogt te tillen. Daarbij doel ik specifiek op de ingangsdatum van de Algemene Gegevens Verordening(AVG): 25 mei.  Dat is over tien dagen. Ik doel daarbij op handhavingsverzoeken over de gedragscode zorgverzekeraars, ingediend  bij de rechtsvoorganger van het AP, het College Bescherming Persoonsgegevens(CBP) in maart 2015. Daarnaast die betreffende de verwerking van medische persoonsgegevens in het DIS( DBC Informatie Systeem), ingediend in mei 2015 , maar ook die over de onrechtmatige verzameling van Routine Outcome Monitoring(ROM) gegevens, ingediend in maart 2017.

Lees meer