Algemene Rekenkamer maakt weer gehakt van ROM-data als basis zorgbekostiging

gehaktmolen

Geheel onverwachts, maar toch niet toevallig, deed de Algemene Rekenkamer(AR) op 5 oktober 2017 een aantal opmerkelijke uitspraken over het verzamelen van Routine Outcome Monitoring(ROM)-data. Elk ministerie krijgt bij de ontwerpbegroting 2018 een brief van de AR met aandachtspunten over de zaken die in dat ontwerp geregeld worden. In de brief van de AR aan het ministerie van VWS  over de ontwerpbegroting 2018 besteedt ze tussen de  kritische noten over het uitgeven van vele miljarden euro’s door een heel hoofdstuk aan ROM-data. Andermaal ventileert de AR haar mening dat ze de  ROM-data niet geschikt acht om de kwaliteit van de GGZ-zorg ermee inzichtelijk te maken. De AR had in januari 2017 al gehakt gemaakt van de ROM-data-verzameling als basis voor kwaliteitsbeoordeling, benchmarking en zorginkoop. Tevens had de AR gewaarschuwd dat het nieuwe bekostigingsmodel voor de GGZ, het zorgcluster-model, evenzeer leunt op het verzamelen van ROM-data en dus gevaar loopt op niet valide basis te berusten.

Hard oordeel

Wat schrijft de AR nu in hoofdstuk 6 “Curatieve GGZ” van de recente brief met aandachtspunten voor de ontwerpbegroting voor 2018 van het ministerie van VWS?

Hiervoor ontbreekt het in de ggz aan informatie waarmee zorgaanbieders vergeleken kunnen worden op de kwaliteit van hun zorgprestaties. Het meetinstrument dat door de partijen gekozen is om deze verschillen in kwaliteit inzichtelijk te maken, de ‘routine outcome monitoring’ (ROM), is volgens ons hiervoor niet geschikt. Voordat de volgende stap in de bekostiging gezet kan worden, moet de ROM voldoen aan hoge eisen van betrouwbaarheid, volledigheid en vergelijkbaarheid van de scores. Na onze publicatie in januari 2017 ontstond een brede discussie over het gebruik van de ROM. In juli besloten vertegenwoordigers van alle partijen om een kwaliteitsinstituut op te richten met als belangrijkste doel de doorontwikkeling van de ROM. Dit kwaliteitsinstituut moet per 1 januari 2019 operationeel zijn. (Vet in deze tekst door WJJ)

 Waarschuwing

De enige reden waarom de AR zo prominent ROM-data als ongeschikt afwijst is dat zij die beschouwt als drijfzand waarop een hele financiële constructie is en wordt gebouwd. Anders laat dit hoofdstuk uit deze brief niet lezen. Het is een fundamentele waarschuwing aan het adres van de leiding van het ministerie van VWS om andere keuzes te maken en die met het veld te communiceren. Fijntjes laat de AR weten dat de er blijkbaar gekozen is voor het oprichten van een kwaliteitsinstituut om de beoordeling van ROM-data door te ontwikkelen, terwijl ze ervan overtuigd is dat het gebruik van ROM-data voor het doel dat beoogt wordt ten enenmale ongeschikt is.

Zorgclustermodel

Bij het gebruik van ROM-data voor het beoogde zorgclustermodel in het kader van  de financiering van de GGZ vraagt de AR zich hardop af of de minister wel op de goede weg denkt te zijn door expliciet te vermelden dat de minister niet op eerdere dringende opmerkingen van de AR ingaat. Ook vraagt de AR zich hardop af er in de sector wel overeenstemming is over het gebruik van ROM in de bekostiging.

In 2020 wil de minister van VWS een aangepast model van prestatiebekostiging invoeren. De minister heeft in reactie op ons rapport aangegeven dat de ROM niet de basis zal zijn in het nieuwe bekostigingsmodel. De minister gaat niet in op onze bevinding dat de ROM in de nieuwe bekostiging een belangrijke rol krijgt. Voor de nieuwe bekostiging ontwikkelt de NZa een productstructuur, het zogenoemde zorgclustermodel. Dit model kent 21 zorgclusters waarbij aan elk cluster een zorgpakket en bijbehorend tarief is verbonden. Om te bepalen welk zorgcluster past bij de zorgvraag van de patiënt wordt de ROM gebruikt. Ook wordt met de ROM het resultaat van de behandeling gemeten om te beoordelen of het zorgcluster, en daarmee de hoogte van de declaratie, moet worden aangepast. Het verdient aandacht om in de besluitvorming over de invoering van de nieuwe bekostiging voor 2020 te laten meewegen in hoeverre er in de sector overeenstemming is over het gebruik van de ROM in de bekostiging. (Vet in deze tekst door WJJ)

Uniek

Het is uniek te noemen dat een instelling die de inkomsten en uitgaven van de ministeries continu onder de loep neemt tussen alle financiële bespiegelingen door een ministerie andermaal wijst op de uiterst wankele basis waar ze een deel van haar beleid op denkt te bouwen.

Het is te hopen dat men eindelijk een keer verstandig gaat reageren.

W.J. Jongejan