De eHealth-week als nieuwe vorm van Haagse bluf

Haagse bluf

De ouderen onder ons en vooral de inwoners van Den Haag kennen een toetje dat bekend staat als Haagse bluf. Het bestaat uit opgeklopt ei-wit, bessensap en suiker. De reden dat het die naam heeft,  komt omdat het toetje er volumineus uit ziet, maar vooral uit (opgeklopte) lucht bestaat. Die zat ook in de recente eHealth-week.  Van 21 tot en met 26 januari 2019 stak een eHealth storm op die georkestreerd was door het ministerie van VWS. Het was al weer de derde eHealth-week. Deze keer waren kosten, noch moeite bespaard om de indruk te wekken van ontwikkelingen met orkaankracht. De sfeer rond de eerste eHealth-week in 2018 vergeleek ik toen met de toogdagen van de Evangelische Omroep. Aan alles was nu  te zien dat het ministerie van VWS een vermogen moet hebben uitgegeven om de eHealth-week 2019 van zoveel lucht te voorzien. Een kostbaar ogende website was in het leven geroepen om alle 200 activiteiten mee te helpen promoten, te begeleiden en te evalueren. Zelfs een aparte eHealth-week-app maakte men om alle activiteiten aan te kondigen.

Wie betalen?

Van alle kanten is er van overheidswege geld in de eHealth-week gepompt. De hoofdpartners van de eHealthweek 2019 waren ECP | Platform voor de InformatieSamenleving,  het ministerie van VWS, het ministerie van EZK(economische Zaken en Klimaat), ZonMw, Zorgverzekeraars Nederland, het online magazine ICT-Health, Zorg van NU en Health-Holland.

Het ECP | Platform voor de InformatieSamenleving is een organisatie die door EZK samen met de werkgeversorganisatie VNP-NCW opgezet en betaald wordt. ZonMw is een zelfstandig bestuurs-orgaan met financiering door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zorg van Nu is een initiatief van VWS met een bemanning van dat ministerie. Health-Holland is één van de onderdelen van de Life Sciences & Health (LSH) sector. Dat is één van de topsectoren die gestimuleerd worden met geld van EZK. Kortom: de ministeriële financiering is  meer dan fors.

Zorgverzekeraars Nederland bracht uiteraard euro’s in, afkomstig uit premiegelden van de Nederlandse burger.

Secretaris-Generaal

Tijdens de eHealthweek fungeerde de secretaris-generaal van het ministerie van VWS als aanjager van veel bijeenkomsten en van de Twitter-berichten-stroom. Met videoboodschappen en tweets met foto’s probeerde hij de eHealthweek tot “trending topic” te maken. Zijn optreden was vermoeiend om te zien. Enthousiast voor iets zijn is één ding, maar iemand die elke dag zich zelf overschreeuwt met een voortdurende stroom van in rap tempo uitgesproken heilsboodschappen over eHealth gaat toch wel tegenstaan. Hij kwam op mij over als een Haagse kok die ei-wit staat te kloppen voor de Haagse bluf. Gerritsen staat bekend om zijn positieve houding ten opzichte van technologie, maar zijn critici(zoals ik) vinden nogal eens dat hij de wereld te rooskleurig schetst en te snel dingen wil. Hij heeft zelf ook wel door dat het allemaal niet erg vlot want hij beschrijft ook dat opschalen  de volgende stap moet zijn. 

Sneu

Een groot aantal onderwerpen kwam in de eHealthweek ter sprake, maar het is wat triest en tegelijk sneu om te zien dat daar telkens attributen bijgehaald worden die weinig of niets toevoegen aan de zorg. Zo staan minister Bruno Bruins en diverse andere sprekers op het podium bij de start van de eHealthweek naast de “zorgrobot” Pepper die slechts drie zinnetjes uitkraamt aan het begin(op 5min 2 sec. van de video). De robot rijdt niet zelfstandig maar wordt als etalagepop rond geduwd op het podium. Ook de “elektronische “ rollator LEA van 10.000 euro per stuk staat lange tijd op het podium zonder dat er iets mee gebeurt. Valide mensen tijdens de eHealthweek een dansje zien uitvoeren waarbij de 58 cm hoge “zorgrobot” Zora het voordoet is voor mij ook bepaald geen voorbeeld van wat zinnige  zorg moet gaan voorstellen.

Veel initiatieven

De eHealthweek heeft veel nieuwe initiatieven laten zien, naast oude die opgepoetst zijn. Veel loffelijke en goede initiatieven betreffen kleine deelgebieden in de zorg. Er zijn zeer aansprekende bij. Het grootste probleem met de meeste toepassingen is gelegen in de opschaling. Daarbij geldt een ijzeren wet dat de haalbaarheid meestal omgekeerd evenredig is met de schaalgrootte. Het bekendste voorbeeld daarvan is het beeldbellen in de zorg. Daar was een gouden toekomst voor voorzien. Het blijkt echter alleen van de grond te komen bij kleinschalige projecten met duidelijk omschreven ziektebeelden en vaste aanspreekpunten in ziekenhuizen.

Beperkt rendement eHealth-promotie

Aangezien eHealth niet de kenmerken vertoont van “wat goed is, komt vanzelf” doet het ministerie van VWS ontzettend veel moeite om de suggestie te wekken dat eHealth “De Oplossing” is voor de grote zorgproblemen waar we voor staan.  eHealth zou het personeelstekort in de zorg moeten gaan verlichten, zou de zorg revolutionair veranderen, zou meer de focus gaan leggen op preventie dan op behandelen. Jammer is dat miljoenen euro’s in eHealth gepompt worden zonder dat er zicht is op een daadwerkelijk groot rendement op korte en lange termijn. De opzet van VWS is dat eHealth mee moet helpen de personeelstekorten in de zorg te compenseren, maar dat lijkt er nog niet op. Het trieste daarbij is dat voorgaande kabinetten met medewerking van VWS juist meegeholpen hebben grote hoeveelheden zorgpersoneel te ontslaan.

W.J. Jongejan, 5 februari 2019

Tip: Als u een keer in Den Haag bent, bezoek dan eens het karakteristieke pleintje(hof) genaamd Haagse Bluf, gelegen vlak bij de Nieuwstraat.

 

1 antwoord
  1. Henk Kik
    Henk Kik zegt:

    Verfrissend deze analyse van de eHealth-week. Mijn grootste zorgen over de opmars van eHealth in de GGZ is het voortschrijdende technocratische mensbeeld, de groeiende anonimiteit en daarmee verbonden eenzaamheid en de gegeneraliseerde kijk naar mensen die gereduceerd worden tot hun klachten en DSM5-classificatie.
    Mijn beroepsgroep van klinisch psychologen en psychotherapeuten is echter debet aan die ontwikkeling. Vanaf het moment in de zeventiger jaren dat psychiaters en psychologen vanuit een misplaatste zelf-devaluatie gelijk gesteld wilden worden aan de ‘harde’ medische wetenschap moest alles meetbaar zijn en uit te drukken in een getal. Deze gematerialiseerde visie ging hand in hand met de opmars van het dominante discours van cognitieve gedragstherapie en het ontwerp van protocollen. Want met protocollen kun je standaardiseren en uitkomsten vergelijken. Leve het logisch positivisme. Noties als de “klinische blik”, “overdracht en tegenoverdracht” en “contextueel denken” waren niet langer ‘wetenschappelijk’, want niet objectief.
    EHealth is de vervolmaking van het overbodig maken van de therapeutische werkrelatie en ‘de mens en zijn verhaal’.
    Als psychodynamisch werkend psychotherapeut blijf ik maar geloven in de effectiviteit van psychotherapie die vanaf het eerste contact gericht is op het gezamenlijk afbreken van zelf-ondermijning, het na vaak jaren weer in contact komen met de meest pijnlijke gevoelens en het dan ter plekke reguleren van het angstniveau. Werken in de GGZ blijft voor mij een professioneel relationeel ambacht met interventies binnen een microproces van afstemming op het lijden van de patiënt.

Reacties zijn gesloten.