Eerlijke kans voor LSP-alternatieven?

football-114653_640

Het Landelijk SchakelPunt(LSP) voor elektronische medische datacommunicatie kent een bewogen voorgeschiedenis en zorgt nog steeds voor discussies. Reële alternatieven voor het gebruik ervan hebben het bijzonder moeilijk. Sinds vorig jaar ligt er een alternatief in de vorm van de Whitebox, waarmee sinds eind 2015 een pilotstudie gaande is tussen huisartsen met het huisartsautomatiseringssysteem(HIS) TetraHIS en een huisartsenpost met Callmanager van Labelsoft als ICT-systeem. De Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie(VZVZ) zegt alternatieven van het LSP geen strobreed in de weg te leggen en concurrentie juist prima te vinden maar de facto is dat niet het geval. Het is niet zo dat er sprake is van eerlijke kansen en van een “level playing field”. Dat heeft verschillende oorzaken, veroorzaakt door allerlei dwarsverbanden van partijen die betrokken zijn bij de medische datacommunicatie:

  • het stoppen van OZIS als systeem voor berichtenuitwisseling ten gunste van het LSP
  • de positie van de HIS-leveranciers binnen OZIS en VZVZ, als beheerder van het LSP
  • de positie van de HIS-leveranciers t.a.v. het maken van een aansluiting voor alternatieven
  • de positie van de HIS-gebruikersverenigingen

OZIS/LSP

De stichting OZIS(Open Zorg InformatieSysteem) is een samenwerkingsverband van leveranciers van informatiesystemen, die het doel hebben de OZIS-implementatiestandaarden in te bouwen in het informatiesysteem dat zij op de markt brengen(info OZIS, WJJ). In de stichting OZIS zijn vrijwel alle HIS-leveranciers vertegenwoordigd. Medio 2014 stopte OZIS de standaarden Dienstwaarneming Apotheken en Dienstwaarneming Huisartsen. Op basis van het in 2012 gesloten LSP-convenant was al voorgesorteerd op het LSP-gebruik. De OZIS-standaard ketenzorg is daarentegen nog steeds in gebruik, omdat het maken van een LSP-ketenzorgbericht nogal weerbarstig is. Dat heeft onder andere te maken met het feit dat in de ketenzorg niet elke type zorgverlener evenveel mag zien van de inhoud van het bericht. De huisarts mag bijv. alles zien in zo’n bericht maar de diëtiste maar een klein deel. Zodra het ketenzorgbericht in het LSP-berichtenverkeer succesvol werkt, wordt ook de stekker uit de OZIS-standaard ketenzorg gehaald. Een groot deel van de bovengenoemde softwareleveranciers is ook vertegenwoordigd in de leveranciersraad van VZVZ. Terwijl van alle raden van VZVZ een overzicht bestaat van de bemensing zal men geen overzicht op de VZVZ-website vinden van alle firma’s die in de leveranciersraad zitten. De firma’s die OZIS exploiteren en besluiten over het uitfaseren van OZIS zijn ook in VZVZ vertegenwoordigd en hebben voorgesorteerd op het LSP-gebruik.

HIS-leveranciers

Deze hebben in een vroeg stadium voorgesorteerd op het LSP-gebruik en hebben daarvoor een verbindingsmogelijkheid geprogrammeerd, die het mogelijk maakt via dat medium te communiceren. De Whitebox heeft voor zijn communicatie ook een aanpassing van de HIS-software nodig. Gezien de eerdere keuze voor het LSP zijn de HIS-leveranciers, op die van TetraHIS na, niet bepaald gemotiveerd om rap een softwarematige “stekker” voor de aansluiting van de Whitebox aan hun HIS te produceren. Los daarvan speelt bij de HIS-leveranciers het probleem dat zorginhoudelijke verbeteringen naast overheidseisen zich verdringen om programmeursaandacht.

Gebruikersverenigingen

De meeste HIS-gebruikersverenigingen hebben de neiging de pilot van de Whitebox in Amsterdam op voorhand te betitelen als klein, weinig kansrijk. Het meest positieve dat er te bespeuren valt is dat men de kat uit de boom kijkt. Bij Orego, de gebruikersvereniging van met MicroHIS-werkende huisartsen was op de laatste ledenvergadering naar aanleiding van een vraag van een lid dat geluid ook te horen. Het bestuur was bang dat aandringen op het maken voor een koppeling voor de Whitebox ten koste zou gaan van het reguliere programmeerwerk bij de producent. Op die wijze is echter elk alternatief van het LSP kansloos. Niemand heeft een organisatie met de mogelijkheden, de middelen en de subtiele sturing door het ministerie van VWS, de Inspectie GezondheidsZorg(IGZ) etc. achter zich zoals VZVZ dat heeft. Klein blijft dan klein.

Hoop

Toch is er enige hoop te putten uit de gedachte dat als in een bepaalde regio of stad voldoende huisartsen met eenzelfde HIS richting producent en gebruikersvereniging een vuist maken en eisen dat een koppeling met bijv. de Whitebox gemaakt wordt zoals ooit die ook voor het LSP gemaakt werd. De druk die men kan uitoefenen door bijv. duidelijk te maken collectief bij de producent weg te gaan en over te stappen op bijv. TetraHIS(waar de Whitebox-pilot mee plaatsvindt) als er geen “stekker” voor de Whitebox wordt geprogrammeerd zou wel voor beweging aan producentenzijde kunnen zorgen. In dat geval zullen gebruikersverenigingen ook actiever moeten worden richting hun leden.

Speelveld

Al met al kan men stellen dat door de verwevenheden van de HIS-leveranciers met zowel OZIS als het LSP er geen “level playing field” is voor alternatieven van het LSP. Dus geen eerlijke kans voor alternatieven.

De rechtbank Midden-Nederland zei op 23 juli 2014 in de rechtszaak van de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen versus VZVZ in rechtsoverweging 4.4 van het vonnis al hetzelfde:

Dat het een ieder vrij staat om een eigen uitwisselingssysteem op te zetten, zoals VZVZ betoogt, is theoretisch wellicht juist, maar gelet op de kosten van het opzetten van goed functionerend systeem is deze keuzevrijheid niet reëel. Door OZIS uit de markt te halen wordt de keuzevrijheid zelfs verder beperkt.”

Bedenk bij dit alles ook dat VZVZ van het ministerie van VWS een systeem in de schoot geworpen kreeg dat toen al minimaal driehonderd miljoen euro gekost had.

W.J. Jongejan