En opeens konden weekendarts en apotheker via het LSP geen gegevens opvragen

error-63628_640

Dat overkwam dit weekend de dienstdoende huisartsen op de huisartsenposten als ze gegevens wilden opvragen via het Landelijk SchakelPunt(LSP) bij huisartsen die een Huisarts Informatie Systeem(HIS) van de CompuGroup Medical(CMG) hebben. Ook de dienstdoende apothekers hadden er last van. Het gaat om de HIS-sen CMG-Huisarts, CMG-apotheekhoudend-Huisarts en CGM-HetHIS en de apotheeksystemen CMG-Apotheek en CMG-APOSYS. Er waren veel communicatieverstoringen tussen die systemen en het LSP. Dit blijkt uit een email die de gebruikers van CMG-systemen vandaag ontvingen. Bij het behandelen van een patiënt op de huisartsenpost was de informatie bij opvragen niet of onvolledig beschikbaar. De dienstdoende apotheken konden ook geen betrouwbare medicatieoverzichten via het LSP opvragen. Het bedrijf CMG vraagt daarom o.a. de apothekers bij de patiënten die in het weekend de dienstapotheek bezochten, indien nodig, opnieuw het LSP te bevragen. Het probleem is dat je bij bevragen van brondossiers bij binnenkomst van de gegevens wel weet wat je ziet, maar niet weet wat je mist. Daardoor is elk in dit weekend opgevraagd dossier niet volledig te vertrouwen.

Breed

Gezien de melding dat er geen specifiek CMG-systeem gemeld wordt in de email en gesproken wordt over “CMG-systemen” moet aangenomen worden dat de problemen ontstaan zijn in centrale servers van CMG. Daarop draaien de genoemde informatiesystemen(indien web-based) dan wel de software voor de connectie met het LSP. Hoewel het niet vermeld staat in de email, gaat het bij storingen in een weekend met een dergelijke breedte meestal om software-updates of hardware-upgrades, die in een weekend uitgevoerd worden en die niet perfect verlopen.

VZVZ

Op de website van de Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie(VZVZ), die het LSP beheert, worden dit soort problemen nooit vermeld. Ook bij gelijksoortige problemen in het recente verleden met het HIS Medicom maakte VZVZ nooit melding ervan op de website. Hoewel het strikt genomen een probleem is dat niet in het door VZVZ beheerde deel van de data-transport-keten plaatsvindt, is VZVZ toch verantwoordelijk voor de mate van betrouwbaarheid van de opgevraagde informatie. Er ontstaat anders een te rooskleurig beeld van de datacommunicatie via het LSP. Wat men niet beseft is dat informatie over de verminderde betrouwbaarheid  van de medische datacommunicatie via het werkveld vroeg of laat altijd bekend wordt. Open communiceren over dit soort problemen verdient nog altijd de voorkeur.

W.J. Jongejan