Groot, traag, duur en vol lucht en VZVZ pimpt het op: het LSP (deel 1)

opblaaschildpad 1

Op 19 april 2018 zette de Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie(VZVZ), verantwoordelijk voor het Landelijk Schakelpunt(LSP) een rapport online op haar website. De titel is: “Rapport effecten en baten gebruik zorginfrastructuur”. Met ronkende taal doet VZVZ voorkomen dat het LSP zeer goed draait en er boven verwachting gebruik van wordt gemaakt. Het lijkt erop dat VZVZ haar bestaansrecht aan haar financiers, de zorgverzekeraars, maar ook richting het zorgveld andermaal op wil poetsen. Diverse media berichtten er zonder kennis van zaken en zonder kritische blik over. 

VZVZ maakt gebruik van manipulatie van cijfers, die in suggestieve grafieken worden getoond. Negatieve informatie staat weggemoffeld op onopvallende pagina’s en nauwelijks vorderende projecten worden klein gebracht. Op de inhoud van het rapport is veel af te dingen. Met een nuchtere, kritische blik en kennis van eerdere door VZVZ zelf gepubliceerde getallen zijn grote gaten te schieten in rapport. Enkele vreemde vergissingen en aparte fouten zullen ook de revue passeren. In een tweetal artikelen zal ik met u het rapport doorlopen en de vinger op meerdere zere plekken leggen.

Cijfer- en grafiekenbrei

Met een overmaat aan getallen, percentages, deels vervat in grafieken kan VZVZ nauwelijks verhullen dat ruim 5 jaar na de private doorstart van het LSP eigenlijk relatief weinig is bereikt van wat men wilde. Het LSP is nu voornamelijk een medium om medicatieoverzichten op te vragen bij de voorschrijver of apotheek, omdat twee derde van de Nederlanders toestemming daarvoorgaf . Slechts één derde van de Nederlanders gaf toestemming om de huisartsgegevens(de Professionele Samenvatting) te delen. Het is duidelijk te zien in diverse grafieken, o.a de bovenste op pagina 14 waar eind 2017 6,4 miljoen huisarts-opt-ins vermeld staan. Op 17,2 miljoen Nederlanders is dat 37 procent.

Hypotheek

Ronduit vermakelijk is de bovenste grafiek op pagina 14. Daar staan het aantal unieke BurgerServiceNummers(BSN’s), getekend voor apotheek, huisarts en totaal, over de jaren heen vermeld. Bij de legenda onder de grafiek blijkt het aantal unieke “hypotheek” in plaats van apotheek te staan. Nogal slordig zou ik zeggen, tenzij PR-man Alf Zwilling het als “easter egg” bedoeld heeft en een taart verschaft aan de vinder.

Gedraai met aangesloten huisartspraktijken

De afgelopen vijf jaar vergastte VZVZ de geïnteresseerde op de website met een overzicht genaamd “10 feiten over het LSP”. Daarin gaf VZVZ steevast op dat 90 % van de huisartsenpraktijken aangesloten waren op het LSP. Op twee overzichten die ik in 2016 veilig stelde is dat te zien. Die overzichten zijn trouwens na de vernieuwing van de website van VZVZ in de herfst van 2017 niet meer terug te vinden. Nu komt VZVZ op pagina 13 in een tabel voor 2017 tot 77% aangesloten huisartsenpraktijken. Uit de voetnoot eronder blijkt dat VZVZ jarenlang bij huisartspraktijken keek naar het aantal unieke registratie abonneehouders(URA’s). Dat is eigenlijk het aantal huisartsen die met een UZI-pas(toegangspas voor het LSP) geregistreerd staan als aangesloten genoteerd staan. Aangezien er meerdere huisartsen per (groeps)praktijk kunnen zijn, terwijl de praktijkhouder niet aangesloten is, zegt het aantal niets over de echte aantallen van aangesloten praktijken. Jarenlang heeft VZVZ daarmee een voor haar te gunstig beeld geschetst over huisartsenpraktijken terwijl het percentage toch een stuk lager ligt.

Geen gebruik bij wel aansluiting

Weggestopt op pagina 32 staat vermeld dat 58 % van de op het LSP aangesloten huisartsen het LSP helemaal niet gebruikt . Van hen die het wel doen blijkt 17% nooit de opgevraagde gegevens te gebruiken en 58% soms. Dat zijn toch echt zeer aanzienlijke aantallen die nu niet bepaald in het voordeel van het LSP pleiten. Men zou zich daarbij eens flink achter de oren moeten krabben. VZVZ prijst zich gelukkig dat het percentage niet-opvragers afneemt maar het is nog steeds zeer substantieel.

Aantal toestemmingen en unieke BSN

De tweede grafiek op pagina 14 laat het aantal toestemmingen een unieke BSN’s zien die geregistreerd staan. Met wel 20 miljoen in januari 2017. Dat aantal zegt helemaal niets. Een patiënt heeft altijd maar één huisarts, maar soms wel drie of vier apotheken. Bij allen dient een opt-in-toestemming gegeven te worden. Uitgaande van 17,2 miljoen Nederlanders(meldt VZVZ) kom je dan tot maximaal 17,2 miljoen huisarts-opt-ins en als we uitgaan van 3 apotheken per patiënt tot 3x 17,2=51,6 miljoen apotheek opt-ins. Opgeteld bij die van de huisartsen kom je dan tot wel 68,8 miljoen. Als er meer dan 3 apotheken per patiënt zijn en dat kan zeer wel(plaatselijke apotheken, ziekenhuisapotheken) ligt het getal nog hoger. Met andere woorden: het aantal zegt omdat het maximale volume aan niemand bekend is, niets. Hooguit zegt de stijging iets.

Leugenachtig

De bovenste grafiek op pagina 15 is ronduit leugenachtig. Deze geeft de toestemmingen(opt-ins) trend door de jaren heen weer. Daarin geeft de zwarte lijn die de toestemmingen bij de huisarts weergeeft door naar 11,8 miljoen, terwijl onder de grafiek het correcte aantal van 6,4 miljoen staat.( zie ook tweede alinea van dit artikel). Het lijkt erop dat de kleuren bij de legenda door elkaar gehusseld zijn, want de blauwe lijn met de toestemmingen polikliniekapotheken komt wel op 6,4 uit.

Wat de licht oranje lijn met “toestemmingen openbaar” betekent mag Joost weten, want dat staat nergens in de tekst uitgelegd. De PR- afdeling van VZVZ zal het wel weer op een drukfout gooien, maar ondertussen wordt een onterechte indruk gewekt bij de niet-kritische lezer.

Vervolg

Ik besprak nu slechts een deel van het gegoochel met getallen door VZVZ. Morgen zal ik in een vervolg-artikel verder ingaan op de overige cijfers, grafieken en onjuiste stellingen in dit rapport. Het is triest om te zien hoe koste wat kost gepoogd wordt een positief beeld over het LSP voor te schotelen.

W.J. Jongejan, 23 april 2018