Het is stil aan de overkant. VZVZ en ZN stil voor uitspraak Hof

stadium-597536_640

Bij voetbalwedstrijden komt het nog wel eens voor dat er door supporters, als de aanhangers van de tegenstanders zich nauwelijks roeren, op de tribunes gezongen wordt: “Het is stil aan de overkant”. Het zelfde kan nu gezegd worden van Zorgverzekeraars Nederland(ZN) en de Vereniging voor Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie(VZVZ) in afwachting van de uitspraak van het gerechtshof in Arnhem. Daar diende op 11 december 2015 het hoger beroep in de zaak van de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPHuisartsen) tegen VZVZ over het Landelijk SchakelPunt(LSP). Ik berichtte daar op 23 december 2015 over op deze website. Het is duidelijk de uitspraak van het Hof bij toewijzing van één of meerdere eisen grote consequenties kan hebben voor het functioneren en het voortbestaan van het LSP.  

ZN

In het verleden, eind 2012, hebben ZN en VZVZ luid en duidelijk gecommuniceerd, dat ZN gedurende drie jaar( 2013 t/m 2015) per jaar 25 miljoen euro in het in stand houden en door-ontwikkelen van het LSP zou stoppen. Eind 2014 heeft ZN haar commitment voor de jaren 2016-2020 uitgesproken, maar daarna is nimmer een persbericht met opgave van bedragen verschenen over het doorgaan van de financiële injectie in VZVZ door ZN ten behoeve van het LSP. Het uitblijven van berichtgeving hierover kan alleen maar gezien worden in samenhang met het lopende hoger beroep van VPHuisartsen tegen VZVZ. De uitspraak staat gepland op 23 februari, maar de rechters gaven ter zitting aan dat die termijn mogelijk met maximaal zes weken verlengd kan worden. Tot die tijd zal er wel geen uitspraak van ZN komen over hoeveel geld per jaar men in het LSP wil steken

VZVZ

Terwijl VZVZ in de twee maanden voor de zitting van het Hof bij herhaling op haar website aandacht vroeg voor nieuwe initiatieven, zoals het LSP willen benutten voor de gehandicaptenzorg, de caresector en voor de toegangsmogelijkheid van de spoedeisende hulp-arts is het nu al twee maanden doodstil. Bij VZVZ zal men zich ongetwijfeld afvragen hoe en waarmee men verder moet indien de eisen van VPHuisartsen geheel of gedeeltelijk worden ingewilligd bij de rechter. Dat men bang daarvoor is toonde ook het pleidooi van de advocaten bij het hoger beroep. Men vroeg de rechters om een eventueel voor VZVZ negatief uitvallend vonnis niet bij voorraad uit doen spreken. Bij voorraad een vonnis uitspreken betekent dat hetgeen toegewezen is in het vonnis meteen na de uitspraak ingaat. Men zou dus geen schorsende werking van de uitspraak willen en bij eventuele cassatie bij de Hoge Raad gewoon met het huidige LSP door willen gaan tijdens de rechtsgang.

Dramatische terugval

Dat het allemaal minder vlot loopt met het LSP blijkt ook uit de eigen cijfers van VZVZ op de website. Terwijl in september 2015 nog gewag werd gemaakt van één geregistreerde opt-in-toestemming per zeven seconden, is dat nu drie maal zo weinig. Op dit moment is de aanwas één per twintig seconden. Een dramatische afname van de aanwas. Ook is te zien dat de stijging van de opt-in-toestemmingen veel meer bij de apotheken dan bij de huisartsen plaats vindt.

Stil

Het zal nog wel even stil blijven tot de uitspraak van het Hof er is. ZN heeft er geen enkel belang bij om ferme uitspraken te doen over verdere grootscheepse financiering van het LSP als een voor hen negatieve uitspraak mogelijk is. VZVZ zal ook nog wel ven een “low-profile” aanhouden terwijl de rechters nog aan het delibereren en formuleren zijn.

Een broedse kip moet men immers niet storen.

W.J. Jongejan