Het PGO-drama: nu weer uitstel halen 5-procentnorm PGO-gebruik

PGO-dramaWeer zijn de Persoonlijke Gezondheids Omgevingen(PGO’s) negatief in het nieuws. PGO’s zijn apps of programma’s op smartphone of tablet waarin patiënten hun zorgdata kunnen opslaan. Op 26 april 2022 verscheen het bericht dat ziekenhuizen die meedoen aan het VIPP-5 programma tot een nader te bepalen tijdstip in 2023 uitstel krijgen om aan de VIPP-subsidievoorwaarden te voldoen. VIPP staat voor Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional. Honderden miljoenen euro’s subsidie heeft het ministerie van VWS in meerdere VIPP-programma’s al gepompt in het “aanjagen” van de verbetering van elektronische zorgcommunicatie. In het VIPP-5 programma was het de bedoeling dat deelnemende zorginstellingen in staat zijn in de herfst van 2022 digitaal zorgdata beschikbaar kan stellen aan PGO’s van patiënten conform het MedMij-afsprakenstelsel. Dat gaat men niet halen bleek uit signalen van deelnemende instellingen. Nu is de deadline om aan de subsidievoorwaarden te voldoen verlegd naar een nader te bepalen tijdstip in 2023.

VIPP-5 voorwaarde

In het VIPP-5 programma bestaan een drietal modules. Die waar de PGO’s in voorkomen is module 1. Om aan de subsidievoorwaarden te voldoen moest de instelling in staat zijn zorgdata per 30 september 2022 in PGO’s van patiënten te krijgen. Daarbij heeft de subsidieverlener, VWS dus, de eis gesteld dat gedurende één maand tenminste 5% van het aantal patiënten, dat een DBC relevant contact moment heeft gehad met de instelling, een opvraging via zijn of haar PGO (unieke opvragingen) doet. Nu zo je kunnen zeggen: “Vijf procent is een laag doel.” Zorginstellingen weten wel beter. Het vinden van één op de twintig patiënten van de behandelde populatie die een PGO gebruiken achten de ziekenhuizen niet haalbaar.

Problemen

In de eerste plaats speelt het probleem dat de PGO’s nog steeds niet in de praktijk blijken te kunnen wat ze volgens het MedMij-afsprakenstelsel zou moeten kunnen. Ik schreef daar op  24 januari 2022 over. Daarnaast blijkt de gebruiksvriendelijkheid van de PGO’s niet bepaald hoog te zijn. Zo meldde het online magazine Skipr op 2 mei 2022 dat het TerGooij-ziekenhuis recent praktijktesten deed in samenwerking met haar patiëntenraad. Daaruit bleek dat een fors aantal gebruikers moeite had met het hanteren van een PGO. Zelfs een basale handeling als het aanmaken van een account bleek soms problematisch. Dat zal zeker niet de enige zorginstelling zijn die deze ervaring opgedaan heeft. Mede daarom vinden ziekenhuizen het lastig om vijf procent van hun patiënten voor het gebruik van de PGO’s enthousiast te maken.

Bui zien hangen

De ziekenhuizen zagen de bui daarom al hangen dat, als ze de norm niet halen, ze de subsidie à 200.000 euro per instelling weer terug zouden moeten betalen aan het ministerie. Want in de subsidievoorwaarden staat een heuse audit over de bereikte resultaten. Omdat nu tijdens het spel de doelpalen verzet zijn hebben de ziekenhuizen meer respijt.

Vijf procentnorm te hoog gegrepen

Op de keper beschouwd is de vijf procentnorm veel te hoog gegrepen. De PGO’s hebben namelijk al sinds een paar jaar concurrentie van de zorgportalen van ziekenhuizen en huisartsen. Het principe daarvan is dat de zorginformatie in te zien is op een digitaal portaal. De patiënt kan de informatie met knippen en plakken overnemen en ook de informatie uit het portaal makkelijk uitprinten. De portalen hebben zich al bewezen, terwijl de realisatie van de PGO’s telkens stagneert. Zelfs de zorgportalen kennen geen bijzonder hoge adoptie door de patiënt. In de eHealthmonitor 2021 van het RIVM die op 27 januari 2022 verscheen staat onder hoofdstuk 2.4 dat anno 2021 slechts negen procent van de patiënten in de huisartsenzorg gebruik maakt van een portaal. Dus van een medium dat al functioneert, zich bewezen heeft en gebruiksvriendelijker is dan een PGO.

Patiëntdeelname PGO’s niet stuurbaar

De grote fout die men vanaf het begin heeft gemaakt bij de PGO’s is de top-down-benadering. Met geld, heel veel geld, lanceerde, stimuleerde, jaagde VWS de ontwikkeling van PGO’s van bovenaf aan. Dat echter zonder een reëel beeld te hebben of er wel een “markt” voor is. Patiënten wil men niet laten betalen voor PGO’s, zorgverzekeraars willen niet betalen. Dus om de PGO’s te redden betaalt VWS 7,50 euro eenmalig aan een PGO-producent als een patiënt er relevant mee communiceert. Als het portaal-gebruik in 2021 nog maar 9% was en de PGO’s zich überhaupt nog moeten bewijzen is de vijf-procentnorm veel te hoog gegrepen. Dat kan je nu al voorspellen.

Daarom kan ik nu al voorspellen dat voor de subsidieverlening straks in 2023 die norm ook aangepast gaat worden. Naar beneden dus.

Al met al verkeek en verkijkt VWS zich grandioos op het laatste, maar het allerbelangrijkste, deel van het PGO-traject: de patiëntdeelname.

Wordt ongetwijfeld vervolgd.

W.J. Jongejan, 6 mei 2022

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay