Hoe de AP onrechtmatig onder dwangsombetaling uit probeerde te komen

dwangsombetalingEnkele dagen terug publiceerde ik op deze website het artikel “Gezichtsverlies voor de AP in de nadagen van een slepende zaak bij bestuursrechter”. Het ging in dat artikel in hoofdzaak over de wijze waarop de Autoriteit Persoonsgegevens(AP) probeerde uit te komen onder haar verantwoordelijkheid voor het correct per aangetekende post verzenden van een besluit aan een burger. Het  betrof de dwangsombetaling door de AP aan een burger. De bestuursrechter besliste uiteindelijk dat de AP niet voor 3 dagen maar voor 40 dagen een dwangsom verschuldigd was. Los van deze kwestie blijkt de AP op een andere wijze eerder geprobeerd te hebben helemaal geen dwangsom te hoeven betalen. Dat deed ze door het doen voorkomen dat de ingebrekestelling op basis van de wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen dagen later bij de AP bezorgd zou zijn dan in werkelijkheid gebeurde.

Hoe zat het?

Op 24 maart 2017 deed Judica Berkelaar(JB) een handhavingsverzoek bij de AP. Daarin verzocht zij het verzamelen en verwerken van (medische en bijzondere) persoonsgegevens in de databank van de Stichting Benchmark GGZ(SBG) zo spoedig mogelijk op te schorten. En toe te zien op de vernietiging per direct van de gegevens in de SBG-databank met het verzoek om toezicht te doen plaats vinden op hernieuwde wederrechtelijke vulling van die databank. Omdat de AP gedurende bijna twee jaar geen besluit op dit verzoek nam, probeerde JB een beslissing af te dwingen. Ze stelde de AP op 16 november 2018 schriftelijk in gebreke door een beroep te doen op de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen.

Wat gebeurde er?

JB verzond op 15 november 2018 de ingebrekestelling aangetekend naar de AP. Die werd daar op 16 november 2018 om 09.05 u bezorgd. Dat bleek uit de track-and-trace status van PostNL. De AP daarentegen stuurde JB pas op 30 november een ontvangstbevestiging van deze brief en geeft aan de brief pas op 20 november ontvangen te hebben hetgeen pertinent onjuist was. JB liet dat dan ook weer per aangetekende brief aan de AP weten. Tot grote verbazing van JB leest zij in de ontvangstbevestiging dat de AP tracht de beschikking op haar handhavingsverzoek alsnog binnen deze termijn te nemen en haar hiervan op de hoogte te houden. Hieruit blijkt dus het met voorbedachten rade is geweest.

Waarom wringt het?

Aangezien de wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen een termijn van 14 dagen kent waarbinnen een instantie dient te beslissen zou een eventuele dwangsombetaling op 16+14=30 november ingaan. De beslissing op de ingebrekestelling nam de AP op 3 december 2018. Nu is het aparte dat  als JB niet gereageerd had op de incorrecte ontvangstdatum van 20 november de ingangsdatum van de dwangsombetaling precies op 3 december gevallen zou zijn. Dan zou de AP geen dwangsom verschuldigd zijn. Door alert reageren van JB heeft de AP uiteindelijk wel ingezien dat 16 november de correcte ontvangstdatum was en ging vanaf 30 november de dwangsombetaling in.

Nog een keer

Discussie over een correcte ontvangstdatum van een aangetekende brief deed zich in december 2018 nog een keer voor als de AP aangeeft een aangetekende brief op 5 december ontvangen te hebben terwijl de brief aantoonbaar een dag eerder al op het kantoor was bezorgd.

Waar gaat het hier om?

Het gaat met in deze kwestie ten diepste over de geloofwaardigheid van een toezichthouder. Als zodanig dient men zogezegd “roomser dan de Paus te zijn” en te handelen op een betrouwbare manier. Nu kan het zijn dat op dag 1 voor een brief bij ontvangst  getekend wordt en pas op dag 3 of 4 de brief bij de voor de zaak verantwoordelijke ambtenaar terecht komt. Dat is een interne kwestie en maakt de responstijd voor beantwoording alleen maar korter. Het is ook niet iets wat de burger aangaat die de brief verzond. De dag van bezorging bij een instelling blijft de dag van ontvangst.

Gegoochel met ontvangstdata die aantoonbaar onjuist zijn kan niet anders betiteld worden als onrechtmatig handelen, dat in bepaalde gevallen de instelling goed uit kan komen.

W.J. Jongejan, 10 juni 2020

Afbeelding van Steve Buissinne via Pixabay