IGJ schuift melding over ontbreken verificatieplicht VZVZ door naar AP

schuiver

Op 5 februari 2018 schreef ik op deze website een bijdrage met als titel “IGJ dient verificatieplicht tav toestemming delen medische data breder af te dwingen”. Het ging over de vraag van mij aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd(IGJ) om de verificatieplicht die zij aan het Isala-ziekenhuis in Zwolle oplegde  breder te trekken. Daarbij vroeg ik de IGJ om stappen te zetten richting de Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie(VZVZ) vanwege het op enige schaal plaats vinden van onterechte opt-in-toestemmingen voor het delen van medische informatie via het Landelijk SchakelPunt(LSP).  Door een verificatieplicht kan het onterecht noteren van opt-in-toestemmingen voor het delen van medische gegevens over het LSP de kop ingedrukt worden. Over het onterecht doen noteren van opt-in-toestemmingen bij apotheken voor medicatiegegevens deed de burgerrechtenvereniging Vrijbit al in de herfst van 2017 twee handhavingsverzoeken aan de Autoriteit Persoonsgegevens(AP). In een reactie op mijn verzoek aan de IGJ heeft de coördinerend specialistisch inspecteur eHealth, drs. J.W. Krijgsman, mij op 15 maart 2018 laten weten dat de IGJ mijn verzoek niet in behandeling kon nemen en doorgeschoven heeft richting de AP.

Formeel

De IGJ kon bij het Isala-ziekenhuis hen aanspreken op basis van de Wet aanvullende bepalingen verwerken persoonsgegevens, en wel artikel 15a daarvan. De Wabvp bepaalt dat een zorgaanbieder gegevens van de cliënt slechts beschikbaar stelt via een elektronisch uitwisselingssysteem, voor zover de zorgaanbieder heeft vastgesteld dat de cliënt hier uitdrukkelijk toestemming voorheeft gegeven. De Wabvp richt zich expliciet op zorgaanbieders als bedoeld in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg(Wkkgz). Formeel gezien is VZVZ geen zorgaanbieder in de zin der wet, maar een be-/ verwerker van medische gegevens. Om die reden kan de IGJ niet toezien op het handelen of nalaten van de VZVZ zoals verwoord in mijn verzoek aan de IGJ.

AP

De inspecteur van de IGJ gaf terecht aan dat hij de AP de bevoegde toezichthouder acht over VZVZ. Na telefonisch overleg met mij heeft hij dan ook contact opgenomen met de AP met het verzoek aldaar de behandeling van het verzoek over te nemen. De AP heeft daartoe inmiddels met mij contact opgenomen, onder andere met het verzoek of ik mij wil voegen bij de twee handhavingsverzoeken van de burgerrechtenvereniging Vrijbit of dat ik een separaat handhavingsverzoek wil doen. Daarover zal ik ze binnenkort berichten.

Grote kans

Vrijbit is trouwens nog steeds in afwachting van een formele uitspraak van de AP over de twee hierboven genoemde handhavingsverzoeken. Daarbij is de wettelijke reactietermijn voor de AP weer eens een keer ruim overschreden. De afwijzing die de IGJ op mijn melding deed op formele gronden opent echter wel een grote kans voor Vrijbit om zich tot de IGJ te wenden met een handhavingsverzoek ten aanzien van apotheken die ten onrechte op enige schaal onterechte opt-in-toestemmingen noteren in hun systemen. De apotheken vallen immers wel onder de Wkkgz en zijn ook door hun beroepsorganisatie, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie(KNMP) uitgebreid geïnstrueerd hoe ze met die wet dienen om te gaan. Omdat de apotheken onder de Wkkgz vallen zijn ze derhalve aan te spreken op een verificatieplicht op basis van de Wabvp. De IGJ kan de overtredende apotheken dwingen tot een verificatieplicht bij het vastleggen van opt-in-toestemmingen. Daardoor kan afgedwongen worden dat de burger actief per gewone post of email ingelicht wordt door de apotheek als er iets in de opt-in-status verwijderd wordt.

We gaan het zien.

W.J. Jongejan