KNMG wijst Eerste Kamer op falen van wetsontwerp 33509

traffic-sign-416439_640Zowel de Koninklijke Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst(KNMG) als de Landelijke Huisartsen Vereniging(LHV) pleiten er bij de Eerste Kamer voor om de behandeling van het wetsvoorstel 33509 uit te stellen. Met dit wetsvoorstel wordt beoogd de medische datacommunicatie, in het bijzonder de uitwisseling van gegevens via het Landelijk SchakelPunt(LSP), een wettelijke basis te geven. Beide organisaties achten de eisen, die gesteld worden aan de informatiesystemen van de zorgaanbieders niet haalbaar en zien de recent gekozen oplossingsrichting door miniaster Schippers niet zitten.

Gespecificeerde toestemming
In het wetsontwerp is het begrip gespecificeerde toestemming geïntroduceerd. Daarbij geeft de burger toestemming zijn medische gegevens opvraagbaar te maken met daarbij de mogelijkheid aan te geven welke beroepsgroepen daarvan uitgesloten moeten worden. Het vastleggen van de algemene(generieke toestemming) plus de uitsluitingen veroorzaken een enorme werklast bij de zorgaanbieders. De Eerste Kamer zag dit vorig voorjaar ook in en vroeg de minister van VWS dringend hoe ze dat dacht op te lossen. Bovendien zijn de informatiesystemen van de zorgaanbieders nog niet in staat om de uitsluitingen vast te leggen. De minister kwam met het aparte voorstel om de generieke toestemming als basis drie jaar toe te staan en het vastleggen van de uitsluitingen daarmee drie jaar uit te stellen. Voor het vastleggen van die uitsluitingen is een portaal bedacht waarmee dan de burger de uitsluitingen vast zou kunnen leggen. Er is geen enkel zicht op het kunnen functioneren van een dergelijk portaal binnen drie jaar.
Daarmee verdwijnt ook de mogelijkheid buiten beeld om een gespecificeerde toestemming die de minister zelf nota bene introduceerde vast te leggen.

Aan zien komen
Bij nauwkeurige lezing van de nadere memorie van antwoord van de minister die zij even voor de kerst 2015 naar de Eerste Kamer stuurde kon al geconcludeerd worden dat zij niet de medewerking van alle koepelorganisaties van zorgaanbieders had. Er werd in dat stuk gesproken van overleg met organisaties als KNMG, LHV, KNMP etc, maar er stond nergens dat deze akkoord waren met de nieuwe oplossingsrichting van de minister. Het was ook niet goed voor te stellen dat de KNMG en LHV akkoord zouden gaan. Het toestemmingsprincipe zou met het voorstel zo ver uitgehold worden dat het niet geloofwaardig aan de eigen achterban te brengen zou zijn. De KNMP zette recent wel een instemmend artikel op de eigen website.

Pseudo-positieve opstelling
Bij lezing van met name de website van de KNMG valt op dat men zich verbaal uitermate meewerkend lijkt op te stellen. Er staat:

Daarvoor moeten eerst de gevolgen voor de zorgpraktijk worden onderzocht. De artsenorganisaties zijn hierover samen met apothekersvereniging KNMP en patiëntenfederatie NPCF in overleg met het ministerie van VWS. De KNMG werkt dus constructief mee om de mogelijkheid om gespecificeerde toestemming te geven, technisch en organisatorisch te realiseren. Bovenstaande partijen zijn het ook met elkaar eens dat er een centraal patiëntenportaal nodig is, zodat de patiënt zelf de verleende toestemmingen kan beheren. Dit is weer noodzakelijk voor een goede uitvoering van de wet.”

Even verder staat dan echter:
Zo’n systeem is er nog niet en er is ook geen zicht op of en wanneer dat er komt. “

Waarna als goedmakertje weer staat:

” Wel willen de zorgpartijen met Nictiz en VWS het komend jaar samen werken aan een innovatief traject om de gespecificeerde toestemming technisch en organisatorisch mogelijk te maken in de bestaande zorgpraktijken”

Voorgesteld wordt besluitvorming over 33509 minimaal een jaar uit te stellen en dan nogmaals te bezien hoe de zaken er voor staan.

Boodschap
De uitleg die gegeven wordt door KNMG en en LHV is te lezen als een uiterst vriendelijke en beschaafde boodschap aan de leden van de Eerste Kamer dat de minister met 33509 volstrekt op de verkeerde weg bezig is met het creëren van een wettelijke basis voor de medische datacommunicatie, met name die via het LSP.
Het aparte is echter wel dat het gebruik van het Landelijk Schakelpunt en het verkrijgen van opt-in-toestemmingen gewoon doorgaat ondanks de schermutselingen van de minister van VWS met de Eerste Kamer.
W.J. Jongejan