LHV toont minder commitment met LSP dan VZVZ doet voorkomen

contract-587273_640

 

Op 1 maart 2016 maakte de Vereniging voor Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie(VZVZ) als beheerder van het Landelijk SchakelPunt(LSP) het nieuwe convenant voor de jaren 2016-2020 bekend naast het businessplan voor die periode. Op dat businessplan kom ik in een later artikel terug. Beide stukken zijn geschreven in ronkende, stimulerende taal die doet voorkomen dat we te maken hebben met een goed lopend en algemeen geaccepteerd communicatiesysteem voor medische data. Geen van beide kwalificaties zijn waar.

In het convenant laat VZVZ alle contractpartijen/stakeholders aan het woord. Bij nadere beschouwing van de eigen verklaring van de Landelijke Huisartsen Vereniging(LHV) over het convenant valt op dat de LHV kritischer is dan VZVZ wil doen voorkomen. In het standpunt van de LHV is zelfs een “eerst zien en dan geloven” waar te nemen.

Convenant VZVZ

In de convenants-tekst van VZVZ staat te lezen:

“De LHV, InEen, NVZ, NFU, KNMP, SAN, NVAVG en GGZ-NL spreken het volgende commitment uit:

  • De koepels informeren hun leden over en stimuleren hen tot het gebruik van de landelijke zorginfrastructuur; de koepels zien in de gemaakte afspraken goede waarborgen om de geformuleerde doelstellingen te bereiken, de invulling van de genoemde behoeften vormt het overtuigende bewijs voor de leden;
  • De koepels spreken de overtuiging uit dat de landelijke zorginfrastructuur de state-of-the-art infrastructuur binnen de beroepsgroepen wordt, omdat vertrouwde, veilige, efficiënte en beheersbare ICT onmisbaar is voor het verlenen van goede zorg en de landelijke zorginfrastructuur daar de best mogelijke oplossing voor biedt;
  • Zodra aan de genoemde behoeften invulling is gegeven worden de beroepsnormen met de beroepsgroep geëvalueerd met als doelstelling de uitwisseling van specifiek te benoemen gegevenssets binnen de landelijke zorginfrastructuur onderdeel te maken van die normen. Waar in dit convenant KNMP staat of wordt bedoeld, heeft dit ook betrekking op NAPCO, ASKA en VKAN.”

 

Website LHV

De LHV schrijft op haar website daarentegen naast de opmerking dat zij de uitwisseling van huisartswaarneemgegeven en de actuele medicatie en ICA(interacties-contra-indicaties en allergieën)-gegevens via het LSP een veilige wijze van communiceren vindt, het volgende:

“We zullen de verdere doorontwikkeling van het LSP en de VZVZ kritisch volgen en beoordelen. De komende periode wordt in de eerste plaats gekenmerkt door het intensiveren van het gebruik en de doorontwikkeling van de huidige basisinfrastructuur. De LHV geeft niet op voorhand commitment af voor het toevoegen van nieuwe functionaliteiten of het aansluiten van nieuwe doelgroepen op het LSP. Daarover wordt besloten als de situatie zich voordoet.”

Hier uit blijkt zeer duidelijk dat de LHV niet op voorhand alle door VZVZ in het businessplan voorgenomen communicatie-items accordeert en een flinke slag om de arm houdt ten aanzien van verdere ontwikkelingen. Daaronder valt direct ook de ketenzorg. Ook maakt de LHV duidelijk dat het gebruik van het LSP niet optimaal te noemen is omdat men spreekt over intensivering van het gebruik en doorontwikkeling van de huidige basisinfrastructuur. Blijkbaar wordt geoordeeld dat er sprake is van verouderde techniek.

Ketenzorg

Het convenant ketenzorg is door de LHV in het recente verleden (2013-2014) NIET mede-ondertekend. De hoofdreden was en is waarschijnlijk de fuik waarin huisartsen terechtkomen indien de ketenzorgcommunicatie uitsluitend via het LSP zou gaan plaatsvinden. Het niet deelnemen aan het LSP door tegenstanders zou voor die huisartsen betekenen dat ketenzorgcommunicatie niet meer zou kunnen plaatsvinden en men of de facto gedwongen wordt deel te nemen aan het systeem of de ketenzorg met grote medische en financiële consequenties moet laten vallen.

Beroepsnormen

Uit het derde punt van de convenant onderdelen die ik hierboven vermeldde blijkt toch weer dat een poging ondernomen wordt middels de convenants-tekst om het uitwisselen van bepaalde gegevenssets tot een beroepsnorm te verheffen. Het is de nieuwe versie van een oude gedachte van Edith Schippers die als minister van VWS het aansluiten op het LSP en het verplicht vragen van de opt-in-toestemmingen als kwaliteitsnorm probeerde in te voeren.

Hetzelfde wordt nu via een andere weg opnieuw geprobeerd.

W.J. Jongejan