Minister Schippers omzeilt toetsing van VIPP-stimuleringsregeling

omweg

De minister van VWS, Edith Schippers heeft op 14 december 2016, het VIPP-stimuleringsprogramma het licht doen zien. Daarmee subsidieert  zij ziekenhuizen en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen(NVZ)  om de elektronische gegevensuitwisseling tussen patiënt en zorgaanbieder te stimuleren. VIPP staat Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional. Daarmee is in drie jaar tijd 105 miljoen euro gemoeid. Alle projecten bij de rijksoverheid, die met een IC-component van meer dan van vijf miljoen euro overstijgen moeten sinds september 2015 aangemeld worden bij het Bureau ICT Toetsing(BIT).  Deze tijdelijke instantie is opgericht na het onderzoek van de commissie Elias, die ingesteld was na een aantal forse debacles met ICT-projecten bij de overheid. Het BIT beoordeelt of ICT-projecten in de huidige opzet kans van slagen hebben of anders moeten worden ingericht. Uit beantwoording van Kamervragen over de slechte beveiliging van beveiliging van ziekenhuiswebsites die gesteld zijn door het Tweede kamerlid Oosenbrug, blijkt dat de minister door het kiezen voor de term subsidieprogramma met resultaatverplichtingen controle door het BIT omzeilt.  

Tekst

Wat zegt de minister in het antwoord op vraag 10, waarin mevrouw Oosenbrug vraagt waarom het VIPP-subsidieprogramma niet aangemeld is bij het BIT?

“Ik heb voor de komende drie jaar € 35 mln. per jaar beschikbaar gesteld, zodat patiënten binnen drie jaar op een veilige en gestandaardiseerde manier over hun medische gegevens kunnen beschikken en deze kunnen inzetten voor zelfzorg of om met andere medische professionals te delen. Dit is vastgelegd in de subsidieregeling ‘Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional (VIPP)’, waar ziekenhuizen resultaatsverplichtingen moeten halen om de subsidie te verkrijgen. Het VIPP-programma valt in die hoedanigheid buiten scope van het Bureau ICT-Toetsing en hoeft ook niet op het Rijks ICT-dashboard geplaatst te worden. Bij de resultaatsverplichtingen is opgenomen dat er bij het uitwisselen van persoonsgegevens gebruik gemaakt moet worden van veilige authenticatiemiddelen, van een adequaat hoog betrouwbaarheidsniveau. De digitale gegevensuitwisseling die gerealiseerd wordt moet vanzelfsprekend aan de wettelijke kaders rondom privacybescherming en gegevensuitwisseling voldoen.”

Semantiek

Het is dus in de ogen van de minister zo dat als je het maar een subsidieregeling noemt met resultaatverplichting het niet nodig is om het BIT in te schakelen. Zo omzeilt zij een kritische beoordeling van de forse uitgave. Bij het verschaffen van 105 miljoen euro steun aan ziekenhuizen om de informatieuitwisseling tussen patiënt en professional en van zorgprofessionals onderling (Onderdelen B1 en B2 van het subsidieprogramma) te stimuleren,  is er toch wel sprake van een majeure uitgave van het  ministerie op ICT-gebied. Het is dan ook  een semantische kwestie geworden namelijk: hoe je zo’n grote uitgave noemt. Door het vermijden van het woord “project” lijkt het niet binnen de aanmeldingseisen van het BIT te vallen, althans volgens de minister.

BIT

Los van het aanmelden van ICT-projecten door ministeries kan het BIT eigenstandig een onderzoek starten. Ook de Tweede kamer is gerechtigd om beoordeling door het BIT aan te vragen. De vraag is natuurlijk of het BIT in deze zaak voornemens is de minister op de vingers te tikken door zelf onderzoek te verrichten. Gaat het BIT alsnog bijten? Daarnaast is het de vraag of Tweede Kamerleden, eventueel wakker geworden door het antwoord op de Kamervragen van mevrouw Oosenbrug, nadere actie gaan ondernemen door het stellen van vervolgvragen dan wel het aanvragen van een beoordeling door het BIT.

Controversieel

Door op de bovengenoemde wijze te handelen lijkt het erop dat het VIPP-programma niet door al te kritische ogen bezien mocht worden. Inhoudelijk is er over het programma het nodige op te merken. Later deze week zal ik daarop terugkomen.

W.J. Jongejan