Nieuwe ronde in voortslepende behandeling wetsontwerp medische datacommunicatie

courtyard-591425_640

 

Het wetsontwerp 33509 dat de medische datacommunicatie een wettelijke basis moet geven is al vanaf 8 juli 2014 in behandeling bij de Eerste Kamer. Inmiddels zijn we bijna twee jaar verder en stuurt de vaste commissie voor VWS weer een serie vragen naar de minister. Die moet dan weer met een nota, dan wel nota van wijziging komen. Het einde van de behandeling van dit wetsontwerp is dus nog steeds niet in zicht. Na een deskundigenbijeenkomst op 5 april dit jaar heeft de commissie behoefte aan antwoorden op gerezen vragen. Het wetsontwerp geeft aan welke extra rechten en waarborgen voor cliënten van toepassing zijn bij elektronische gegevensuitwisseling en bij het beschikbaar stellen van gegevens via een elektronisch uitwisselingssysteem. In principe geldt het wetsontwerp voor alle vormen van elektronische medische datacommunicatie, maar het wetsontwerp is wel speciaal toegesneden op het gebruik van het Landelijk SchakelPunt(LSP).

Inbreng

De terminologie die de Eerste kamer gebruikt bij de behandeling van wetsvoorstellen is soms wat minder duidelijk dan men zou wensen. Na de deskundigenbijeenkomst kondigt de commissie op 12 april j.l. aan op 17 mei inbreng voor verslag te leveren. Gelukkig zijn er websites die een exegese van deze terminologie verschaffen. Bij de inbreng worden opmerkingen en vragen van de Eerste Kamerleden door de griffier van de commissie verzameld en in een verslag gebundeld. Dat gaat naar de minister die daarop dient te reageren met een nota, eventueel een nota van wijziging. Pas als de minister bevredigend gereageerd heeft op alle vragen en opmerkingen kan de commissie besluiten worden dat een plenaire zitting gaat volgen. In tegenstelling tot de Tweede Kamer heeft de Eerste Kamer geen recht van amendement; de leden kunnen vragen stellen, commentaar geven, vragen om toezeggingen en over het wetsvoorstel stemmen, maar er geen veranderingen in aanbrengen.

Zomerreces

Na het beantwoorden van de vragen van senatoren moet de commissie het bespreken van het antwoord van de minister opnieuw agenderen. Na bespreking van de nota in de commissie kan pas besloten worden of en wanneer plenaire behandeling van het wetsontwerp kan gaan plaatsvinden. De zomerstop van de Eerste Kamer is van 13 juli tot 12 september aanstaande. Het is dan ook vrijwel zeker dat één en ander over het zomerreces heen getild gaat worden.

Eigen schuld

Gerust kan gesteld worden dat de minister de zeer lange behandelduur(bijna twee jaar) van het wetsontwerp 33509 geheel over zich zelf heeft afgeroepen. Deels komt dat door de terecht kritische houding,  grotendeels door de opstelling van de minister. Vorig jaar bijvoorbeeld antwoordde zij pas na een half jaar op vragen van de Eerste Kamer. Zij voerde zelf ook het begrip gespecificeerde toestemming in om het opvragen van medische gegevens mogelijk te maken. Het invoeren van dit gekunstelde principe heeft echter als een boemerang de minister weer getroffen. De Eerste Kamer heeft bijzonder veel moeite met de gevolgen van dit principe. De minister heeft daarnaast in de Memorie van Antwoord die ze vlak voor de jaarwisseling naar de Eerste Kamer stuurde de zaken zelf weer ingewikkelder gemaakt door het registreren van de gespecificeerde toestemming drie jaar uit te willen stellen.

Lijdensweg

Al met al is de behandeling van het wetsontwerp 33509 een parlementaire lijdensweg geworden. Tijdens een hoorzitting/ronde tafel gesprek in de vaste commissie voor VWS van de Tweede Kamer op 6 maart 2013 vroegen Kamerleden mij op welke wijze ogen het wetsontwerp aan te passen zou zijn om het aanvaardbaar te maken voor de Eerste Kamer. Ik heb toen geantwoord dat ik die mogelijkheid niet zag en dat het ronduit een slecht wetsontwerp is.

Dat blijkt.

W.J. Jongejan