Ongeduld Eerste Kamer over uitblijven wettelijk fundament onder LSP

courtyard-591425_640

Om het Landelijk SchakelPunt(LSP) een wettelijk fundament te geven heeft de minister van VWS het wetsontwerp 33509 in januari 2013 ingediend. Na een wat moeizame behandeling in de Tweede Kamer(TK), wat resulteerde in meerdere beperkende moties, bereikte het wetsvoorstel in januari 2015 de Eerste Kamer. Nu, eind oktober 2015, ligt het wetsontwerp nog steeds bij de Eerste Kamer(EK) en stokt de behandeling in afwachting van een antwoord van de minister op indringende vragen van de EK-leden. Het is zelfs zo dat D66-fractielid Bredenoord op 27 oktober via de griffier laat aantekenen dat de commissie voor VWS van de EK constateert dat er tot nu toe weinig voortgang is ten aanzien van dit dossier.

33509

Het wetsontwerp 33509 staat ook wel bekend als Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens). VWS beoogt er het gebruik van het LSP een wettelijke basis mee te geven. Het wetsontwerp is vanaf het begin controversieel. De Raad van State had er al de nodige basale commentaar op. Tijdens de behandeling in de TK mocht schrijver dezes in een ronde tafel gesprek zijn bezwaren middels een position-paper kenbaar maken tegen dit wetsontwerp. Op een vraag van het TK-lid mevrouw Nepperus of dit wetsontwerp met aanpassingen naar de EK zou kunnen heb ik volmondig “neen” geantwoord. De minister introduceerde in dit wetsontwerp naast algemene, generieke opt-in-toestemming, het begrip gespecificeerde toestemming. Dit houdt in dat naast de algemene toestemming om zijn medische gegevens elektronisch beschikbaar te stellen voor inzage bij behandeling de burger het recht heeft aan te geven welke categorieën van zorgaanbieders uitgesloten dienen te worden. Bij motie van het Tweede Kamerlid Hanke Bruins Slot werd bepaald dat voortaan alleen de gespecificeerde toestemming mocht worden gebruikt.

Broddelwerk

Na uitgebreide discussies en een aparte hoorzitting werd het de EK-leden duidelijk dat door dit toestemmingsprincipe sprake was van een zeer aanzienlijke werkdrukverhoging van de zorgaanbieders die aangesloten zijn op het LSP. Zij moeten immers behalve de generieke toestemming, ook gaan noteren welke categorieën van zorgaanbieders moeten worden uitgesloten.

Bij dit alles moet nog worden vermeld dat VZVZ als verantwoordelijke voor het LSP eind september 2015 de op het LSP aangesloten zorgaanbieders ook nog gevraagd heeft te noteren welke versie van het toestemmingsformulier en de onderliggende voorlichtingsfolder gebruikt wordt. De EK stuurde de minister in april 2015 een brief die Kamerbreed onderschreven was over de forse verhoging van de regeldruk. In de brief wordt aan de minister een kwantificering van de regeldruk gevraagd. Tussen de regels doorlezend blijkt dat de EK het wetsontwerp eigenlijk maar broddelwerk vindt.

Uitstel door VWS

In mei 2015 laat de minister van VWS weten dat zij niet op korte termijn met een antwoord kan(of wil) komen. Hierbij speelde mede een rol dat de EK begin juni van samenstelling ging veranderen als gevolg van de verkiezingen. Met goed fatsoen kon de minister met het wetsontwerp 33509 zonder grote wijzigingen niet terugkomen in de EK in de oude samenstelling. Het gevolg was dat verdere behandeling over het zomerreces heen getild werd. Nu er echter eind oktober nog geen actie van VWS gekomen in antwoord op de vragen van de EK worden Kamerleden erg ongeduldig.

Too big to fall

Het blijkt dus dat het LSP onder de hoede van VZVZ, als private doorstart van het voormalige VWS-initiatief, nog steeds zijn wettelijk fundament ontbeert. Zelfs de EK raakt geïrriteerd door de trage voortgang van dit dossier. Ondertussen vaart het LSP-schip nog steeds door terwijl de lekken en barsten erin zich steeds duidelijker worden. Het lijkt erop dat de minister van VWS met het LSP een situatie wil creëren als bij de banken in de recente financiële crisis: dat het LSP “too big to fall” is, ook al mankeert er van alles aan.

W.J. Jongejan