Spuit elf geeft modder: Ondernemersclubs preken digitale zorgrevolutie

Niet geheel toevallig aan het einde van de eHealthweek 2017(21 t/m 27 januari) kwamen de ondernemers verenigingen VNO-NCW en MKB-Nederland, en een aantal leden met een visie-document.  Onder die leden zijn brancheorganisaties, zoals GGZ Nederland, maar ook Zorgverzekeraars Nederland, de Nederlandse Vereniging van Banken en verenigingen van farmaceutische bedrijven. Onder het motto van NL Next Level is de titel : “Vooruit met de zorg: beter, slimmer, menselijker”.  Daarin predikt men de digitale zorgrevolutie en stelt men dat de vierde industriële revolutie de Nederlandse gezondheidszorg gaat transformeren. In een tijd waarin het uitgangspunt van marktwerking in de zorg ernstig ter discussie staat en vorige week de Tweede Kamer een verbod op winstuitkering door zorgverzekeraars aannam, komen de ondernemersverenigingen met voorstellen voor meer marktwerking, winstuitkering bij inbreng van risicodragend kapitaal en zo min mogelijk toezicht. In het 26 pagina’s tellende rapport staat werkelijk niets nieuws, laat staan iets revolutionairs.  Alles wat erin staat is al eens de afgelopen twee jaar door het ministerie van VWS,  eHealth-propagandisten en meerdere vertegenwoordigers van bedrijven met een belang in de zorg-ICT verkondigd. Het lijkt te horen bij het verspreiden van het eHealth als een religie. De gedachte lijkt te zijn dat door herhaling van de boodschap iedereen er wel in gaat geloven.

Wat wil men?

In het visie-document komen de werkgevers in het hoofdstuk met de visionaire titel “De digitale kwantumsprong in de gezondheidszorg” op de pagina’s 7 t/m 11 met vier punten.

  1. Van eHealth naar homecare. Het verplaatsen van zorg in een ziekenhuis naar het huis van de patiënt of naar de huisarts,
  2. Van generieke zorgoplossingen naar individueel maatwerk: gepersonaliseerde en op het individu afgestemde varianten van één basisproduct.
  3. Van reparatiegeneeskunde naar preventieve gezondheidszorg.
  4. Het wegnemen van beperkingen. Door technologische innovaties zouden fysieke beperkingen steeds minder een beperking hoeven te zijn op de werkvloer.

Niet bepaald imponerend

De voorbeelden die bij deze items worden genoemd op de pagina’s 8 en 9 van het rapport maken weinig indruk. Deels zijn het open deuren zoals het thuis monitoren van hartpatiënten, deels is het extrapoleren van bestaande therapieën en deels is het uitgesproken wishful thinking(zoals  nanotechnologie. Die moet kanker snel opsporen en geneesmiddelen op slechts één plek doen afgeven. Overdreven is de  voorstelling van zaken dat preventieve geneeskunde de “reparatie-geneeskunde” grotendeels moet gaan vervangen. Bij het wegnemen van beperkingen is er een overdreven techno-optimisme dat door innovaties fysieke handicaps op de werkvloer minder een beperking zijn.

De knoet

In de uitwerking van de plannen ziet men een andere aanpak dan tot nu toe. De knoet moet er duidelijk over, want men wil(pagina 9) een niet-vrijblijvende aanpak die succesvolle experimenten sneller tot landelijke norm maakt. Met een topteam van hoogleraren en ondernemers moeten “vlaggenschip-projecten” worden opgezet, die dan bij succes zorgbreed afgedwongen moeten kunnen worden. Weg consensus model. Weg Rijnlands-overlegmodel. Het moet, ondemocratisch, dirigistisch.

Financiering

De financiering van dat soort plannen vergen duidelijke investeringen. Men denkt nu al aan het rendabel maken van de investeringen door kritisch te kijken naar de verdienmodellen van medisch specialisten en door selectieve contractering op basis van kwaliteit. Wat men daarbij niet vertelt is dat in de huidige denktrant over kwaliteit door zorgverzekeraars dit synoniem is voor meer data van indicatoren laten aanleveren door zorgaanbieders. Een last die nu al veel te hoog is.

Export

In navolging van het ministerie van VWS en andere propagandisten van eHealth ruimen de werkgeversvertegenwoordigers ook een plaatsje in voor het exporteren van de technologie en de kennis rond eHealth. Nieuwe exportkansen zijn er, praat men eerdere sprekers na.

Privacy en toezicht

Ja, er zijn toch wel belemmeringen op het pad van de ondernemers. Men spreekt over een werkbare privacy-wetgeving. Blijkbaar ervaart men die nu als onwerkbaar. Ook zegt men  dat het uitgangspunt is dat er zo min mogelijk sectorspecifieke regelgeving moet zijn en dat er minder invloed komt van toezichthouders: Inspectie voor de GezondheidsZorg(IGZ), Nederlandse Zorgautoriteit(NZa), NZa, Autoriteit Consument en Markt(ACM) en Autoriteit Persoonsgegevens(AP).

Het komt mij voor dat het uitermate onwenselijk is als toezichthouders verschillende niveaus van regelgeving en toezicht gaan toepassen in verschillende economische sectoren.

Oude wijn

Het document van de ondernemers laat zich niet lezen als een originele visie op de toekomst van de zorg. Het ademt van begin tot eind de sfeer van oude wijn in nieuwe zakken met het herhalen van standpunten van anderen en het oude liedje over minder toezicht en minder regelgeving. Bij dit alles is wel de vraag wie nu het grootste voordeel heeft bij de ontwikkelingen rond eHealth: de bedrijven die zich ermee bezighouden of de patiënt. In zijn boek “Our Bodies, Our Data: How Companies Make Billions Selling Our Medical Records,” betoogt  Adam Tanner van de Harvard Universiteit dat het bedrijfsleven, of het nu gaat om verzekeringen of bloedtesten, hebzucht als drijfveer heeft.  

O, ja, nog even dit.  Op pagina 5 staat een paginagrote foto van de buiksprekende “zorgrobot” Zora, die een gymlesje geeft. Triest dat men zo de vooruitgang in de zorg door eHealth wil aantonen.

W.J. Jongejan