Berichten

Raad van State verkoopt digitale overheid ongevraagd forse dreun

forse dreun

Op 31 augustus 2018 kwam de Afdeling Advisering van de Raad van State(RvS) ongevraagd met dertig pagina’s groot advies aan het kabinet over de effecten van de digitalisering voor de rechtsstatelijke verhoudingen. Zo vaak geeft de RvS geen ongevraagde adviezen, want het laatste dateert uit 2015. Ze wijst in het advies op bestaande knelpunten bij digitale overheidscommunicatie en bij wetgeving en geeft zij een aantal adviezen om die te verbeteren. Zij doet dat op een beschaafde wijze, die echter niets aan de verbeelding overlaat. De knelpunten die beschreven worden betreffen vaak zeer burger-onvriendelijke situaties die door de overheid in een poging om in het digitale tijdperk bij te blijven nogal mank zijn ingevoerd. In de adviezen die de RvS geeft zij meteen een opsomming van wetsontwerpen op landelijk en Europees die thans onder handen zijn, waar de adviezen al in ten uitvoer zouden moeten worden gebracht. Eén daarvan is het wetsontwerp Gegevensverwerking door Samenwerkingsverbanden, dat ik twee keer hier besprak. Voor degenen die geen trek hebben om het hele rapport te lezen is er ook een persbericht van de RvS. De NRC berichtte er op 6 september over.

Lees meer

Bij inzet wet dwangsom besluit trage Autoriteit Persoonsgegevens negatief

AP-slak met agent

Dat de Autoriteit Persoonsgegevens(AP) moeite heeft met het nemen van beslissingen over principiële zaken is voor insiders geen geheim. Door het verloop van enkele mij bekende zaken die bij de AP aanhangig zijn gemaakt, werd het mij recent duidelijk hoe de nieuwste verdedigingslinie van de AP eruit ziet bij lastige zaken. Het gaat daarbij om handhavingsverzoeken die ingediend zijn door burgers vanwege in hun ogen evidente overtredingen ten aanzien van de privacy. Helaas is het zo dat de AP bij dit soort handhavingsverzoeken buitengewoon traag reageert. Beslissingen blijven soms een half jaar, maar ook wel eens langer dan een jaar uit. Als dan na een ingebrekestelling de AP nog niet met een besluit komt, kan de burger met een beroep op de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdige beslissingen(Wdbntb) een beslissing eisen of naar de bestuursrechter gaan. Als de burger die eis op basis van de Wdbntb daadwerkelijk neerlegt bij de AP, maakt deze in het gunstigste geval het de aanvrager duidelijk dat zij negatief zal gaan beslissen op het handhavingsverzoek als dat doorgezet wordt. Of de AP heeft inmiddels al negatief besloten. Het argument voor het negatief beslissen is dan dat de aanvrager de AP niet voldoende tijd gegund heeft om “fatsoenlijk” onderzoek te doen. het is te gênant voor woorden, maar het gebeurt.

Lees meer

Laakbare traagheid handelsmerk Autoriteit Persoonsgegevens bij principiële kwesties

AP handelsmerk

Meerdere zeer principiële zaken, waarin van de Autoriteit Persoonsgegevens(AP) als toezichthouder een beslissend oordeel gevraagd wordt, slepen zich zeer lang voort. Daarbij lijkt het erop dat de AP alle, maar dan ook alle, mogelijkheden benut om geen oordeel te hoeven vellen over principiële zaken, dan wel probeert het oordeel over een bepaalde datum poogt te tillen. Daarbij doel ik specifiek op de ingangsdatum van de Algemene Gegevens Verordening(AVG): 25 mei.  Dat is over tien dagen. Ik doel daarbij op handhavingsverzoeken over de gedragscode zorgverzekeraars, ingediend  bij de rechtsvoorganger van het AP, het College Bescherming Persoonsgegevens(CBP) in maart 2015. Daarnaast die betreffende de verwerking van medische persoonsgegevens in het DIS( DBC Informatie Systeem), ingediend in mei 2015 , maar ook die over de onrechtmatige verzameling van Routine Outcome Monitoring(ROM) gegevens, ingediend in maart 2017.

Lees meer

LVVP vraagt leden voorlopig ROM-data niet aan te leveren, maar slaat de plank mis

hamer en spijkers

In een reactie op mijn artikel van 3 april 2018 over het uitzetten van de aanleverswitch voor ROM-data op zorgverlenersniveau bij de Stichting Vrijgevestigden ROM-men(SVR), liet Michiel Schiffers, beleidsmedewerker bij de Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen en Psychotherapeuten(LVVP), weten dat deze organisatie haar leden ‘vooralsnog’ afraadt om ROM-data naar de SVR te sturen. Dat staat ook in een ledenbrief van 29 maart 2018. Uit de argumentatie in die ledenbrief en het bewoordingen waarmee de LVVP de komst van de rechtsopvolger van de Stichting Benchmark GGZ(SBG), zijnde het AKWA instituut, verwelkomt blijkt dat men totaal niet door heeft wat er mis is aan het doorsturen van ROM-data als zijnde bijzondere persoonsgegevens aan een derde partij die deze data be-/verwerkt. AKWA is het nieuwe kwaliteitsinstituut voor de Geestelijke GezondheidsZorg(GGZ). De afkorting staat voor Alliantie Kwaliteit in de GGZ. Zoals de naam zegt is het oogmerk kwaliteitsverbetering. Het AKWA gaat echter door met het door-ontwikkelen van ROM data onder de naam ROM-nieuwe stijl. Men volhardt daarmee in een richting die door kernhoogleraren psychiatrie, maar ook de door de Algemene Rekenkamer één en andermaal als heilloos wordt gezien.

Lees meer

Model Privacyreglement GGZ doet medisch beroepsgeheim en toestemming cliënt verdwijnen

AVG EuropaIn verband met het ingaan van de Algemene Verordening Gegevensbescherming(AVG) op 25 mei 2018 kwam GGZ Nederland, als brancheorganisatie van de werkgevers in de geestelijke gezondheidszorg(GGZ) in januari 2018 met een nieuw model privacyreglement voor de zorginstellingen. Het moet als voorbeeld dienen voor privacyreglementen, die zorginstellingen vanwege de AVG, die het gevolg is van Europese privacy-wetgeving, moeten vernieuwen. Daarin blijken de bestuurders van de zorginstellingen tot verwerkingsverantwoordelijke van persoonsgegevens gemaakt te worden. Zij kunnen dan met voorbijgaan van in hun dienst zijnde zorgverleners bepalen welke gegevens voor enig doel kunnen worden verstrekt aan een derde. Met dit model privacyreglement wordt de facto een einde gemaakt aan het medisch beroepsgeheim en komt toestemming door de patiënt volledig buiten spel te staan. Het heeft alles te maken met doorleveren van Routine Outcome Monitoring(ROM)-data aan de Stichting Benchmark GGZ(SBG) en de beoogde opvolger daarvan, het Kwaliteits Instituut voor GGZ. Omdat de hier naar doorgestuurde data gepseudonimiseerd zijn, dienen die beschouwd te worden als bijzondere persoonsgegevens en moet daarvoor expliciet toestemming door de patiënt gegeven zijn. Dat is veelal niet gebeurd en gebeurt nu ook vaak niet. Men poogt het op dit moment te omzeilen met het begrip “veronderstelde toestemming”. Daarbij heeft men de constructie bedacht dat men  toestemming verondersteld acht als het gaat om gebruik van deze data voor kwaliteitsverbetering. Men vergeet voor het gemak dat de data vanwege de verwerking wel de instelling verlaten. GGZ Nederland lijkt te denken dat met het nieuwe privacyreglement de problemen over het toestemming vragen voorbij zijn. Niets is minder waar.

Lees meer