Berichten

Vonnis rechtbank over wet SyRI: grote gevolgen in binnen- en buitenland

vonnisOp 5 februari 2020 deed de rechtbank in Den Haag een belangwekkende uitspraak. Het ging om de wet SyRI(Systeem Risico Indicatie). De rechtbank oordeelde dat de wetgeving onrechtmatig is, want in strijd met hoger recht en dus onverbindend. Daarmee doelde de rechtbank het artikel 8, lid 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens(EVRM). Het vonnis heeft belangrijke binnenlandse gevolgen, omdat zij raakt aan in aanbouw zijnde wetgeving. Dat betreft de Wet Gegevensverwerking door Samenwerkingsverbanden(WGS), maar ook de opvolger van het in 2018 ingetrokken Wetsvoorstel Wet bevordering samenwerking en rechtmatige zorg(Wbsrz). Wat betreft het buitenland vormt deze uitspraak een stimulans om soortgelijke zaken aan te spannen tegen hun regering. VN-rapporteur voor de mensenrechten, Philip Alston, die zich eerder zeer kritisch uitliet over het systeem, stelt dat het vonnis  internationaal gevolgen zal hebben. Hij vindt het aannemelijk dat activisten in andere landen vergelijkbare zaken gaan aanspannen. Lees meer

Schaamteloze juridische redenatie IGJ beperkt recht benadeelde burger

shame on you

Opt-in-toestemming voor het Landelijk SchakelPunt(LSP) is voor mij tot drie maal toe buiten mijn wil genoteerd.  Op deze website heb ik meerdere keren u op de hoogte gehouden over de pogingen om er voor te zorgen dat toezichthouders toezien op een correcte handelswijze en handhaven. Dat laatst gebeurt niet. Zowel de Autoriteit Persoonsgegevens(AP) als de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd(IGJ) hebben een broertje dood aan die activiteiten. Naar analogie van een handhavingsopdracht van de IGJ aan het Isala-ziekenhuis in Zwolle vroeg ik de IGJ om handhavend op te treden tegen apotheken die onterecht opt-in-toestemmingen van bezoekende patiënten noteren. Eerder deed ik dat bij de AP in samenspraak met de burgerrechtenvereniging Vrijbit. Bij de afhandeling van de verzoeken blijkt hoe beide controlerende instanties (waakhonden?) eigenlijk geen hand uitsteken. Ze doen zoveel mogelijk moeite om het verzoek van de burger af te wijzen en hem/haar te ontmoedigen. De wijze van handelen is op zijn zachtst gênant te noemen en beperken de burger in hoge mate zijn recht te halen. De controlerende instanties laten de verdenking dan ook op zich dat zij het wederrechtelijk handelen faciliteren dan wel sanctioneren.

Lees meer

“I versus Finland”: interessante jurisprudentie bij onrechtmatige inzage medische dossiers

europese vlag met paragraaf

Recent schreef ik een tweetal artikelen over het grote aantal(85) onrechtmatige inzagen in het elektronische medische dossier van een in het Haga-Ziekenhuis te Den Haag opgenomen vrouw. Het ging om de “reality ster” die bekend staat onder de naam Barbie. Ik bepleitte al een notificatie plicht en beargumenteerde, dat tuchtrechtzaken tegen BIG-geregistreerde zorgaanbieders zeer kansrijk zijn. In de jurisprudentie over onterechte inzagen in elektronische medische dossiers bevindt zich een zeer interessante casus. Het gaat om de zaak “I versus Finland”, waarover het Europese Hof voor de Rechten van de Mens(EHRM) in 2008 een uitspraak deed. In de uitspraak stond voorop dat het Hof oordeelde dat de medische data van de betrokkenen onvoldoende beveiligd waren tegen ongeautoriseerde inzage. Het Hof oordeelde dat er sprake was van overtreding van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens(EVRM). Dat handelt over het recht op eerbiediging van  privé-, familie-  en gezinsleven. Hoewel de stand van zaken ten aanzien van de techniek sinds 2008 enorm veranderd is, staat deze uitspraak nog steeds als een huis.

Lees meer

Model Privacyreglement GGZ doet medisch beroepsgeheim en toestemming cliënt verdwijnen

AVG EuropaIn verband met het ingaan van de Algemene Verordening Gegevensbescherming(AVG) op 25 mei 2018 kwam GGZ Nederland, als brancheorganisatie van de werkgevers in de geestelijke gezondheidszorg(GGZ) in januari 2018 met een nieuw model privacyreglement voor de zorginstellingen. Het moet als voorbeeld dienen voor privacyreglementen, die zorginstellingen vanwege de AVG, die het gevolg is van Europese privacy-wetgeving, moeten vernieuwen. Daarin blijken de bestuurders van de zorginstellingen tot verwerkingsverantwoordelijke van persoonsgegevens gemaakt te worden. Zij kunnen dan met voorbijgaan van in hun dienst zijnde zorgverleners bepalen welke gegevens voor enig doel kunnen worden verstrekt aan een derde. Met dit model privacyreglement wordt de facto een einde gemaakt aan het medisch beroepsgeheim en komt toestemming door de patiënt volledig buiten spel te staan. Het heeft alles te maken met doorleveren van Routine Outcome Monitoring(ROM)-data aan de Stichting Benchmark GGZ(SBG) en de beoogde opvolger daarvan, het Kwaliteits Instituut voor GGZ. Omdat de hier naar doorgestuurde data gepseudonimiseerd zijn, dienen die beschouwd te worden als bijzondere persoonsgegevens en moet daarvoor expliciet toestemming door de patiënt gegeven zijn. Dat is veelal niet gebeurd en gebeurt nu ook vaak niet. Men poogt het op dit moment te omzeilen met het begrip “veronderstelde toestemming”. Daarbij heeft men de constructie bedacht dat men  toestemming verondersteld acht als het gaat om gebruik van deze data voor kwaliteitsverbetering. Men vergeet voor het gemak dat de data vanwege de verwerking wel de instelling verlaten. GGZ Nederland lijkt te denken dat met het nieuwe privacyreglement de problemen over het toestemming vragen voorbij zijn. Niets is minder waar.

Lees meer

Voorstanders SBG-ROM-database roeren zich. Verdraaiing en juridische misvatting

football

Het zal zorgaanbieders in de Geestelijke Gezondheidszorg(GGZ), maar ook mensen daar buiten, de afgelopen weken niet ontgaan zijn dat thans een enorme discussie woedt over het gebruik van ROM-data voor benchmarking en zorginkoop. ROM staat voor Routine Outcome Monitoring en heeft als doel het invullen van scoringslijsten voor, tijdens en na de een GGZ-behandeling om het verloop ervan te evalueren en eventueel bij te sturen. Ondanks de inspanningen van zorgaanbieders om aan te tonen dat ROM ten enen male ongeschikt is voor benchmarking en zorginkoop, zijn ROM-data (verplicht)  vanaf 2008 in de database van de Stichting Benchmark GGZ  terechtgekomen. Zelfs de minister heeft recent moeten erkennen dat zulks onwettig is, omdat er geen informed consent van de patiënt aan ten grondslag ligt. Dat, terwijl het wel om een verzameling van bijzondere persoonsgegevens gaat. Langzamerhand beginnen voorstanders van het systeem zich ook te roeren. Zorgverzekeraars Nederland, de financier van de SBG, deed dat vrij snel na het verschijnen van het voor ROM-gebruik vernietigende rapport van de Algemene Rekenkamer over de bekostiging van de GGZ. De directeur van zorgverzekeraar DSW, Chris Oomen, deed op 5 april 2017 ook identieke duit in het zakje in een interview met het online-magazine www.zorgvisie.nl. Op 3 april reageerde de jurist E.B. van Veen van MedLaw Consult via een reactie op een blog-artikel van de psychiater Menno Oosterhoff op de website van Medisch Contact. Opvallend is de SBG-leiding zich niet roert, blijkbaar onder het motto: “Wie geschoren wordt, moet stil zitten”.    

Lees meer