Berichten

Presentatie zorgprestatiemodel voor GGZ. Het roer kan nog andermaal om

roer

Afgelopen week, op 20 mei 2019, kondigde de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) mede namens twaalf veldpartijen een nieuw bekostigingsmodel voor de geestelijke gezondheidszorg(GGZ) aan. Het nieuwe model heet het zorgprestatiemodel.  Tot voor heel kort, namelijk tot in maart 2019 hield de NZa zich, tenminste voor de buitenwereld, bezig met dat zorgclustermodel naar Engels voorbeeld. Uit een brief van minister Bruins aan de Tweede Kamer op 19 maart j.l. blijkt dat de NZa tot dat moment bezig is met de ontwikkeling van het zorgclustermodel. De minister spreekt daarin over verbeteringen een gefaseerd implementatie-pad. De aankondiging van het zorgprestatiemodel is dan wel gepresenteerd op 20 mei 2019, maar draagt als datum (op de tweede pagina) 30 april. In een maand tijd lijkt het oude plan verlaten en een nieuw plan opgetuigd. Dat wijst erop dat veel, zo niet bijna alles, wat in de publicatie van de NZa staat, nog in de steigers staat en uitgewerkt moet worden. Het is dan ook reëel om te veronderstellen dat de grootste problemen met het vers beoogde model nog moeten komen. Even reëel is het om te veronderstellen dat het nu gelanceerde model ook weer niet het definitieve zal zijn.

Lees meer

VWS dreigt met de NZa-knoet bij stagnatie zorgclustermodel-pilot in GGZ

knoet

Het ministerie van VWS wil voor de bekostiging van de geestelijke gezondheidszorg(GGZ) een nieuw bekostigingsmodel introduceren. Het gaat om het zogeheten zorgclustermodel dat de bekostiging met gebruik van diagnose-behandelcombinaties(DBC’s) moet gaan vervangen. Alvorens tot deze systeemwijziging over te gaan is in 2017 een pilotproject gestart. Daar bleek weinig animo voor te bestaan, waardoor de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) zich genoodzaakt zag een aantal GGZ-instellingen te verplichten mee te doen. Ik berichtte hierover op 3 november 2017. Naar nu blijkt, leveren de al dan niet gedwongen GGZ-zorgverleners, onvoldoende informatie aan om de pilot enigszins zinvol te evalueren. Om die reden blijkt het ministerie van VWS nu met dwangmaatregelen van de NZa te dreigen. In een ledenbriefbrief van de Landelijke Vereniging van vrijgevestigde psychologen en psychotherapeuten(LVVP) is te lezen hoe belangrijk VWS de pilot vindt. Zij geeft aan dat de NZa -die de ontwikkeling van het nieuwe model begeleidt- de bevoegdheid heeft om eventueel handhavingsmaatregelen te treffen in de situatie dat een zorgaanbieder onverhoopt in gebreke blijft.

Lees meer

Algemene Rekenkamer maakt weer gehakt van ROM-data als basis zorgbekostiging

gehaktmolen

Geheel onverwachts, maar toch niet toevallig, deed de Algemene Rekenkamer(AR) op 5 oktober 2017 een aantal opmerkelijke uitspraken over het verzamelen van Routine Outcome Monitoring(ROM)-data. Elk ministerie krijgt bij de ontwerpbegroting 2018 een brief van de AR met aandachtspunten over de zaken die in dat ontwerp geregeld worden. In de brief van de AR aan het ministerie van VWS  over de ontwerpbegroting 2018 besteedt ze tussen de  kritische noten over het uitgeven van vele miljarden euro’s door een heel hoofdstuk aan ROM-data. Andermaal ventileert de AR haar mening dat ze de  ROM-data niet geschikt acht om de kwaliteit van de GGZ-zorg ermee inzichtelijk te maken. De AR had in januari 2017 al gehakt gemaakt van de ROM-data-verzameling als basis voor kwaliteitsbeoordeling, benchmarking en zorginkoop. Tevens had de AR gewaarschuwd dat het nieuwe bekostigingsmodel voor de GGZ, het zorgcluster-model, evenzeer leunt op het verzamelen van ROM-data en dus gevaar loopt op niet valide basis te berusten.

Lees meer

NZa hanteert de knoet: verplicht meedoen aan pilot discutabel nieuw bekostigingsmodel GGZ

dwang

Gaat het niet goedschiks, dan maar kwaadschiks zal de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) gedacht hebben bij het besluit dat op 31 oktober 2017 op haar website gepubliceerd werd. Het gaat om de verplichting aan zorginstellingen in de geestelijke gezondheidszorg(GGZ) om deel te nemen aan de pilot van het beoogde nieuwe bekostigingsmodel in de GGZ en de forensische zorg(FZ) het zogenaamde Engelse model. Dit zogenaamde zorgclustermodel is in het Verenigd Koninkrijk bedacht maar wordt daar niet toegepast. Aan de pilot bleken tot heden bijna genoeg vrijgevestigde zorgverleners deel te nemen , maar een onvoldoende aantal instellingen. Deze zullen nu de dwang van de NZa gaan ondervinden. Niet alleen de instellingen, maar ook de ICT-bedrijven die dataextractie bij die GGZ-instellingen doen in het kader van het huidige financieringsmodel op basis van de Diagnose BehandelCombinaties(DBC’s) blijken onder die verplichting te vallen. Eén en ander staat te lezen in een brief aan die ICT-bedrijven d.d. 2 november 2017. Daarin staat ook dat de betrokken instellingen al op 30 oktober bericht hebben gekregen.

Lees meer

Aandacht voor privacy en uitvoerbaarheid in nieuwe bekostigingsmodel GGZ onbegrijpelijk laat

privacy

In een op 30 augustus 2017 gedateerde en op 12 september aan de Tweede Kamer gestuurde brief van de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) laat deze organisatie weten dat het met de pilots van het nieuwe bekostigingsmodel voor de Geestelijke GezondheidsZorg(GGZ) helemaal niet goed gaat. Ik berichtte al eerder over de te lage deelname waardoor een verplichting voor zorgaanbieders om mee te werken door de NZa in het vooruitzicht werd gesteld. In de brief geeft de voorzitter van de Raad van Bestuur, mevr. dr. M.J. Kaljouw dat duidelijk weer, maar daarnaast vermeldt zij dat door hen die wel meedoen te weinig data worden aangeleverd. Te weinig zorgclusters krijgt de NZa in begin van de pilot binnen. Het toegezegde aantal zorgclusters is nadrukkelijk onvoldoende in vergelijking met het aantal dat de NZa op basis van de nu beschikbare informatie denkt nodig te hebben. De brief van de NZa laat trouwens ook zien dat men aardig in tijdnood aan het komen is om met het zorgcluster bekostigingsmodel GGZ in 2020 mee te gaan betalen. Men noemt het ook wel het Engelse model, dat overigens in Engeland helemaal niet functioneert. In het voortraject gaat men er van uit dat een aantal zaken voor die tijd geregeld zijn, maar dat is geenszins het geval. Op enkele van die zaken ga ik hieronder in. Triest is dat men bezig is dit model te ontwikkelen, maar dat pas in de loop van het concreet maken van het model onderwerpen als privacy-bestendigheid en uitvoerbaarheid aan de orde komen. Dat zijn nu juist de zaken waarmee men dient te beginnen.

Lees meer