Te veel/te lang bulkdata bewaard door diensten? Kunstgreep: aanpassing van de wet

bulkdataZoekend naar de technische briefing over corona op 13 januari 2021 viel mijn oog op iets anders. Op de www.debatgemist.nl was ook het videoverslag te zien van een technische briefing van de Commissie Toezicht Inlichtingen en VeiligheidsDiensten(CTIVD).  Die dag besprak de CTIVD met de Kamercommissie van Binnenlandse Zaken een praktisch probleem met bulk-dataverzamelingen van de inlichtingendiensten, de AIVD en MIVD. Sinds het ingaan van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV) dienen bulkdata-verzamelingen binnen anderhalf jaar geschoond te worden van irrelevante data. Het gaat om datareductie. De CTIVD constateerde eind 2019 dat de diensten wel het proces van datareductie op gang hadden gebracht maar onvoldoende geïmplementeerd hadden. Ook medio 2020 was het oordeel van de commissie zo. Men vond dat de diensten een kunstgreep uitgehaald hadden die op datareductie leek, maar niet was. Mede daarom besprak de CTIVD nu met Kamerleden een alternatief. Dat is: een nieuw wetje.

Kunstgreep

In het verslag van augustus 2020 van de CTIVD stelt deze:

“Als gevolg van de gehanteerde relevantiebeoordeling worden de bulkdatasets in het beste geval wel (enigszins) gereduceerd, maar is het resultaat louter dat ‘nieuwe’ bulkdatasets ontstaan die nog steeds voor het merendeel gegevens van personen en/of organisaties bevatten die geen onderwerp van onderzoek zijn en dat ook nooit zullen worden. De op deze wijze relevant verklaarde bulkdatasets komen in het betekenisregime terecht en zijn daardoor niet meer onderhevig aan een relevantiebeoordeling en een vastgestelde bewaar- en vernietigingstermijn. Deze praktijk is in strijd met de geest van de relevantiebeoordeling in de wet.”

 De CTIVD beschouwt de wijze waarop de diensten bulkdatasets als relevant beoordeelt dan ook als een kunstgreep om de bewaartermijn van bulkdatasets te verlengen. Zeggen dat het er relevante datareductie plaatsvond zonder dat zulks de facto zo was.

Ingreep minister

In de inleiding door de voorzitter van de CTIVD, Nico van Eijck, vertelt deze ook dat bij de bulk-datasets de minister van BZ ook een andere kunstgreep toepast. Namelijk door de bulkdatasets als geheel relevant te verklaren. De minister heeft beloofd nieuwe datasets wel te doen reduceren, maar van datasets waar dat niet plaats vond willen de diensten met een beroep op de nationale veiligheid geen afstand doen. De CTIVD wil daar een oplossing voor creëren en zoekt die met een eigen kunstgreep. Nog even voor de duidelijkheid: deze bulkdatasets zijn geen verzamelingen die met “sleepnetacties”- onderzoeksopdrachtgerichte interceptie van de kabel- zijn verkregen. Het zijn data afkomstig van communicatiegegevens, het internet en reis-gegevens of data verkregen door aankoop via het Dark Web.

Kunstgreep CTIVD

In plaats van vasthouden aan uitvoering van de oorspronkelijke wet komt de CTIVD in de technische briefing van 13 januari 2021 met de Kamerleden tot een andere conclusie. Namelijk dat het onrechtmatig handelen door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten dan maar opgelost moet worden door de Wiv aan te passen. Die aanpassing moet dan zodanig vorm krijgen dat de diensten de niet- of niet voldoende gereduceerde datasets uit het recente verleden toch mogen gebruiken.

Aanpassen wetten

Wat we hier zien terugkomen is een veel voorkomende overheidstruc als het gaat om zaken rond privacy. We zien het bij de Wetsontwerp bevordering samenwerking en rechtmatige zorg (over zorgfraude) en ook bij het wetsontwerp Gegevensverwerking door Samenwerkingsverbanden(als een soort super-SyRI-wet). Daarbij zit het doelbindingsprincipe koppelen van databases in de weg. Wat doet de regering dan?  Ze maakt nieuwe wetten waarin ze een nieuwe doelbinding definieert.

Aandoenlijk    

Aan de discussie deed het Kamerlid Verhoeven van D66 ook mee. Die opereerde rond de Wiv al zeer bijzonder door voor de formatie van het kabinet Rutte 3 luid en duidelijk zeer kritisch op de Wiv te zijn en erna een draai van 180 graden maakte. Ook nu valt hij op met een aandoenlijke en tegelijk gênante vraag.  Aan het einde van de discussie op (43 min 5 sec.) over het opereren van de diensten en van de minister plus consequenties ervan vraagt hij aan de voorzitter wat de status was van deze discussie. Namelijk of de vergadering openbaar of besloten was. De voorzitter laat meteen weten dat de vergadering openbaar was. Als je vergadert over dit onderwerp en je pas achteraf je afvraagt of de vergadering al dan niet besloten was ben je als Kamerlid toch verkeerd bezig.

Leerzaam

Het bekijken van dit briefingsverslag was uitermate leerzaam. Je ziet hier wat de overheid doet. Men maakt een wet die lacunes vertoont op punten die men tevoren al lang bekend kon veronderstellen. Daarna hebben de Tweede en Eerste Kamer onvoldoende aandacht voor de datareductie bij de behandeling in het parlement. En vervolgens kiest men niet voor het handhaven van de wet maar voor een oplossing waarbij iets onrechtmatigs opeens rechtmatig gemaakt wordt door een wetsaanpassing of nieuw wetje.

W.J. Jongejan, 15 januari 2021

Afbeelding van Robinraj Premchand via Pixabay