Terechte column Wieringa over verwoestende opmars vloekwoord “disruptie”

kadaver

Op zaterdag 9 september verscheen op de website van de NRC een column van de hand van de schrijver Tommy Wieringa, getiteld “De kadavergeur van de vooruitgang”. Daarin hij beschrijft hij de verwoestende opmars van het begrip “disruptie” zowel ten aanzien van het woord zelf als de uitwerking ervan. Hij beschrijft hoe wat hij “digitale revolutionairen” noemt, bestaande markten ontwrichten met disruptie als strijdkreet. Wieringa geeft duidelijk aan welke grote negatieve gevolgen eraan kleven. Daarbij haalt hij de taxidienst Über, AirBnB, maar ook Facebook aan. Het zijn innovaties waarbij paradijselijke voordelen in het vooruitzicht gesteld waren maar waar nu een misselijk makende kadavergeur omheen hangt. Ook in de zorg propageren nogal wat lieden de creatieve destructie, wat de disruptie eigenlijk is, als digitale innovatie. Het wordt pas echt griezelig als het ministerie van VWS dat soort ontwikkelingen faciliteert. Want aan disruptieve innovatie in de zorg zitten levensgrote nadelen en bezwaren vast.

Paradijselijk?

Het enige paradijselijke dat aan al dat overhoop woelen, wat disruptie eigenlijk is, vast zit is het financiële gewin aan de top van die bedrijven. De grote voordelen die bij Über, AirBnB, en Facebook ons voorgehouden zijn blijken niet zo uit te pakken. Het is totaal geen win-winsituatie, die eerst voorgehouden was. We hoeven bij Über alleen maar te denken aan de onrust op de taximarkt, aan de vier recente verkeersdoden in Amsterdam, en het zeer beperkte  verdienmodel van de bestuurders. Bij Airbnb zijn de overlast van de duizenden bezoekers van de hoofdstad en de verdringing op de woningmarkt een niet mis te verstaan signaal. Dat je bij Facebook bijkans je hele privéleven  inlevert bij deelname aan dit door velen als “cool” geziene medium is ook niet bepaald positief.

Kwaliteitsborging

Als oplossing voor het probleem van de steeds duurder wordende zorg en het personeelsprobleem in de zorg ziet het ministerie van VWS veel in het propageren van eHealth en disruptieve digitale innovaties in de zorg. Het probleem in de zorg is echter dat dat iets omver woelen vers één is, maar dat het behoud van de al bestaande kwaliteit en de borging van die kwaliteit vers twee is. Kwaliteit die dezelfde overheid wel eist via haar toezichthouders. In de allereerste plaats gaat het om werk aan en met mensen. Waar men in de industrie en handel een product bij problemen snel vervangen kan bij gebleken problemen in zorg een niet in te schatten gevolg van een disruptieve innovatie opeens levensbedreigend blijken te zijn.

Vloekwoord

Tommy Wieringa noemt het woord disruptie een vloekwoord . In de zorg is het modieus om tegenwoordig over disruptie te praten en op voorhand bestaande  technieken en werkwijzen als achterhaald te kwalificeren. Het woord disruptie beschouw ik als een vloekwoord in de zorg.  Men vergeet voor het gemak dat bestaande technieken en werkwijzen nooit een stilstaand iets zijn, maar momentopnamen van een continue doorontwikkeling binnen de zorg. Een doorontwikkeling die het gevolg is van het serieus nemen van hun vak door zorgprofessionals. Daar even de bezem doorhalen is een vorm van revolutie ontketenen met een uiterst onzekere afloop. Waarbij het oude gezegde dan weer opgaat dat de revolutie haar eigen kinderen opeet.

Evolutie versus disruptie

Zoals ik hiervoor beschreef is er in de zorg sprake van een continue evolutie die gekoesterd dient te worden. Dat geeft de beste garantie voor een continue doorontwikkeling met behoud van kwaliteit en minimalisatie van de gevaren. Die zitten onvermijdelijk vast aan het veranderen van werkprocessen en technieken. Men dient, om in den tale Kanaäns(het woordgebruik in orthodox- calvinistische kringen), sprekend, beducht te zijn voor valse profeten die een leer verkondigen die in wezen helemaal niet bij de zorg past.

Van de kadaverlucht die disruptie onvermijdelijk met zich meebrengt dient de zorg verschoond te blijven.

W.J. Jongejan, 12-02-2019