zorgprestatiemodel

Zorgprestatiemodel GGZ twee jaar verlaat van start in 2022.  Is het model een zegen?

Het bekostigingsmodel van de Geestelijke GezondheidsZorg(GGZ) op basis van DiagnoseBehandelingsCombinaties(DBC’s) heeft zijn langste tijd gehad. Het alternatief, het Zorgprestatiemodel, gaat 1 januari 2022 van start. Overigens wel met een overgangsperiode van twee jaar! Op 12 april 2021 publiceerde de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) de definitieve aankondiging. Met het verdwijnen van de DBC’s maakt men de bekostiging van een ggz-behandeling vanaf 2022 bijna geheel afhankelijk van vier factoren: de mate van expertise van de behandelaar, type zorg, duur van de behandeling en of het een diagnose of behandeling betreft. Het tot stand komen van het zorgprestatiemodel kent een bewogen voorgeschiedenis. Ik schreef er meerdere keren over(A, B, C ,D ,E ,F, G, H, I ). Het zorgprestatiemodel is een doorontwikkeling van het zorgclustermodel. Dat concept lanceerde men in 2016. Vanaf 2015 ging men op zoek naar een ander bekostigingssysteem. Het is de vraag of het een vloek of een zegen is.

Unieke samenwerking

In haar bericht zegt de NZa op 12 april dat In 2019 zorgaanbieders, behandelaren, zorgverzekeraars, patiëntvertegenwoordigers en de overheid met elkaar begonnen aan de uitwerking van de bekostiging. De lijst van deelnemende veldpartijen staat onder dit artikel vermeld. De NZa noemt die manier van samenwerking nog steeds uniek. Het zorgprestatiemodel is door veldpartijen en overheid sámen uitgedacht. Wat de NZa daarbij niet vermeldt is dat die samenwerking voor een deel afgedwongen is op sanctie van boetes. Voor het meedoen aan de pilotprogramma’s en naderhand toen de pilots onvoldoende relevante informatie leverden was er zo weinig animo om mee te doen door instellingen en individuele behandelaren dat de NZa de knoet hanteerde. Men dreigde met sancties in de vorm van boetes. Ja, samenwerking, maar in meerdere opzichten is het “uniek” te noemen. Overigens moet ik vermelden dat de uitrol gepland stond voor 2020. Dat werd dus twee jaar later.

Wonderlijk

Zoals eerder gezegd is het zorgprestatiemodel een doorontwikkeling van wat eerst het Ëngelse” zorgclustermodel heette. Het aparte daarvan is altijd geweest dat men dit model uit het Verenigd Koninkrijk overnam zonder dat het daar ooit in de praktijk gefunctioneerd heeft. Door het introduceren van het begrip “zorgvraagtypering” heeft men het zorgclustermodel bewerkt tot een soort Nederlandse variant.

Juichtaal

Uiteraard orkestreren allerlei PR-lieden op last van hogerhand juichnieuws bij deze melding van de NZa. Zo verscheen op het online magazine Zorgvisie op 13 april een artikel met de kop” Parnassia Groep en GGz Breburg zien veel voordelen in nieuw zorgprestatiemodel NZa”. Enkele details daaruit wil ik u niet onthouden. Uiteraard melden twee bestuurders van deze instellingen vooral positieve effecten van het zorgprestatiemodel. “Het vermindert de administratieve lasten, waardoor we meer tijd overhouden voor de zorg. Bovendien neemt het financiële prikkels weg om langer of juist korter te behandelen dan nodig is.”

Lachertje

Het nieuwe bekostigingsmodel met de zorgprestaties heet simpeler te zijn in de uitvoering. Bestuurder  Juliette van Eerd van GGZ-Breburg zegt dat onder het DBC-bekostigingsmodel de medewerkers 40 procent van hun tijd kwijt zijn aan administratie. Dat is schandalig veel tijd. Met het zorgprestatie model denkt zij dat daar 10 procent vanaf gaat. Uiteraard is elke vermindering van administratieve lasten aangenaam en uiterst verstandig voor de inzet van je mensen. Maar 30 procent van je tijd bezig zijn met administratie blijft nog steeds een onevenredig deel van het tijdsbeslag van een zorgmedewerker. Een lachertje dus.

Bergen documenten

Op geheel ambtelijk Nederlandse wijze is de regeling dichtgetimmerd met een groot aantal documenten. De belangrijkste is de Beleidsregel Prestaties en tarieven geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg. Daarnaast is er een webpagina met een 70-tal documenten die gedownload kunnen worden door zorgwerkers om kennis te nemen van alle ins-and-outs van het zorgprestatiemodel. Van die 70 documenten, waaronder ook Excel-spreadsheets zijn er rond de 29 in april 2021 toegevoegd. Werkers in de GGZ die belast zijn met de financiële afwikkeling van hun bezigheden zullen deze documenten voor het einde van het jaar tot zich genomen en geïmplementeerd moeten hebben. Voorwaar een niet geringe taak. Het doorgronden van de documenten is dan ook niet niks. Neem bijvoorbeeld het pdf-document Indeling zorgprestaties GGZ en ForensischeZorg(april 2021). Als je dat ziet dan weet je meteen hoe complex het nieuwe systeem zal zijn.

Bezwaren(1)

Het nu beoogde systeem staat bloot aan commentaren van critici. Dat heeft deels te maken met weer op enige schaal gebruiken van scoringslijsten van patiënten over de therapie(ROM-data) in het nieuwe systeem. Al in 2017 verwoordden wetenschapper drs. Theo Broekman en prof.dr. Gerard Schippers hun fundamentele kritiek op het zorgclustermodel. Ze stelden toen al dat de radicale ingreep om het bestaande DBC-model geheel overboord te zetten en ‘zomaar’ uit Engeland een model over te nemen de toets der kritiek niet kan doorstaan. Het model functioneert daar niet (in ieder geval nog niet) – en elke ervaring ermee ontbreekt dus. De GGZ in Engeland is anders georganiseerd dan in Nederland, het model is daarmee onevenwichtig en onvolledig (de verslavingszorg ontbreekt!).

Bezwaren(2)

Broekman en Schippers vervolgen: kosten homogene zorgclusters, nodig voor een goed vereveningsmodel, zijn niet gedefinieerd. Clustering is gebaseerd op analyses die in Engeland noch hier overtuigen, of überhaupt niet gedaan zijn. Na 2017 herhaalden Broekman en Schippers die kritiek ook na het definiëren van de NZA van het zorgprestatiemodel. Een fraai overzicht, bijgewerkt tot november 2020 is hier te vinden.  Zij noemen het zorgprestatiemodel een paard van Troje waarmee de NZa het zorgclustermodel toch salonfähig maakt.

Voer voor consulenten

Wat nu door de NZa ten doop is gehouden moet nog bewijzen te werken en werkbaar te zijn. Een beraamde overgangsperiode van twee jaar geeft al aan dat men toch wel de nodige aanloopperikelen verwacht. De resterende negen maanden van 2021 zijn voor iedereen hard nodig in aanloop naar de invoering. De elektronische patiëntendossiers van de instellingen en individuele zorgverleners moeten worden aangepast. De organisatie moet worden voorbereid en medewerkers moeten worden opgeleid. Inmiddels is echter al wel duidelijk dat bedrijven die consulenten aanbieden als horzels op de zoetigheid afkomen. Diensten biedt men nu al aan en bedrijven zoeken  “consultants zorgprestatiemodel”. We gaan zien wat het gaat worden.

Ik houd mijn hart vast.

W.J. Jongejan, 20 april 2021

Afbeelding van Paul Zilvanus Lonan via Pixabay

Het advies van de NZa is onderschreven door Dienst Justitiële Inrichtingen, GGZ Nederland, de Landelijke vereniging van vrijgevestigde psychologen & psychotherapeuten (LVVP), de Nederlandse Federatie van UMC’s (NFU), het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), Zorgverzekeraars Nederland (ZN), MIND, Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) en MeerGGZ.